- 11
Artikel 54»
1. Het is verboden calciumcarbid of andere door water ontleedbare carbiden
te bewaren andero dan in stevige lucht- en waterdicht gesloten metalen
bussen of vaten en deze te hebben anders dan in een watervrije, droge en
voldoende geventileerde besloten ruimte, waarvan de vloer niet lager ligt
dan de aangrenzende straat of grond.
Op de bussen en vaten moet zich een opschrift bevinden, waaruit duidelijk
blijkt dat de inhoud, indien deze niet droog gehouden wordt, gevaar ople
vert. Op de toegangsdeur tot genoerade ruimte moet het opschrift "calcium
carbid" in duidelijk leesbare letters, hoog tenminste 8 centimeter, zijn
aangebracht
2. Het is verboden in de ruimte, bedoeld in het eerste lid, meer dan 200 kg
van de in dat lid genoemde stoffen zonder vergunning van burgemeester en
wethouders in voorraad te hebben.
Artikel 55»
Het is verboden ongebluste kalk te hebben anders dan in een vochtvrije berg
plaats.
Afdeling 4.
Voorhanden hebben van brandbare- v loeistoff cn.
Artikel 56.
1. liet is verboden voorhanden te hebben:
a. benzine, spiritus of solutie in ëen hoeveelheid van meer.dan 5 liter en
enders dan in goed gesloten vaatwerk;
b. gedistilleerd in een hoeveelheid van meer dan 50 liter en anders dan in
flessen, kruiken of vaten;
c. verfwaren in een hoeveelheid van meer dan 10 liter en anders dan in bus
sen.
2. De in het eerste lid onder a genoemde hoeveelheid wordt verhoogd tot 25 li
ter, indien de opslag geschiedt:
a. in een uitsluitend daarvoor bestemde bergruimte, waarvan de vloer, de wan
den en de afdekking brandwerend zijn en de toegang is afgesloten door een
brandwerende deur;
b. buiten een woning.
3. De opslag, bedoeld in het tweede lid, moet plaats vinden in goed gesloten
vaatwerk, bestemd tot berging van maximaal 20 liter vloeistof.
Jv:tikel 57.
1. Het is verboden petroleum en/of stookolie in een hoeveelheid van meer dan
60 liter voorhanden te hebben.
2. De gebruiker is verplicht er zorg voor te dragen, dat de opslag plaats vindt
in goed gesloten vaatwerk, bestemd tot berging van maximaal 20 liter vloei
stof.
3. De in het eerste lid genoemde hoeveelheid wordt verhoogd tot 200 liter, in
dien de opslag geschiedt:
a. op een open erf of plaats of in een tuin binnen een afstand van 2 meter
van gebouwen, mits de binnen deze afstand gelegen scheiding tussen een
ruimte in een gebouw en het erf, de plaats of de tuin wordt gevormd door
een brandwerend muurgedeelte, waarvan de oppervlakte tenminste gelijk is
aan de loodrechte projectie van het opgestelde, vat op die scheiding;