- 17 -
e. bij het waarnemen, van benzinedampen in de garage moeten de buitendeuren wijd
geopend worden;
f. de motorvoertuigen moeten zodanig zijn opgesteld, dat de aanwezige blusmiddel
te allen tijde bereikbaar zijn.
Artikel 93.
Het is verboden een ketelwa 'en te bergen in een garage, welke niet uitsluitend
voor het bergen van ketelwagens is bestemd of ingericht.
Art ikel 36.
1. Het is verboden een ketelwagen in een garage te bergen anders dan met ledige
ketels.
2. Het is verboden een ketelwagen in oen garage anders op te stellen dan op zo
danige wijze, dat langs het voertuig een ruimte van tenminste 1 meter over
blijft en dat de wagen in geval van brand gemakkelijk kan worden verwijderd.
Artikel 3
Het is verboden in een garage een looplamp te gebruiken, die niet voldoet aan
de voorschriften van het "Electrotechnisch Veiligheidsbesluit 1938".
Afdeling 4
Besloten ruimten, dienende tot het houden van openbare bijeenkomsten.
Paragraaf 1.
I e 1 e i d e n d e o e r> a 1 i n g n
Artikel 38.
Het is verboden een besloten ruimte te gebruiken of in gebruik te geven voor
het houden van openbare bijeenkomsten, tenzij daarvoor een veiligheidsverkla
ring is afgegeven en tenzij wordt voldaan aan de voorschriften van paragraaf
3 en aan de in de veiligheidsverklaring gestelde voorwaarden.
Artikel 39.
1. Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een veiligheidsverkiaring moet in
drievoud worden overgelegd een situatietekening, schaal 1 1000, waarop
de belend-^ingen en de vluchtwegen zijn aangegeven, benevens, eveneens in
drievoud, een plattegrondtekening van elke verdieping, schaal 1 100,
waarop - voorzover aanwezig - zijn aangegeven:
a. het zitplaatsenplan;
b. de gangen, portalen en trappen;
c. de nood)uitgangen
d. de blusmiddelen;
e. de hoofdschakelaar voor de verlichting;
f. de nood- en transparantenverlichting;
g. de plaats van de bediening van het regengordijn, het brandscherm en de
alarmeringsinrichting.
2. Bij het verlenen van de veiligheidsverklaring wordt aan de aanvrager één
exemplaar van elke tekening teruggeven, nadat dit door of vanwege burge
meester en wethouders is gewaarmerkt.
3. Deze terugexemplaren moeten op geschikte, door of vanwege de commandant
van de brandweer aangegeven-plaatsen in het gebouw worden aangebracht en
door middel van een doorzichtige bedek :ing tegen beschadiging worden bescherm