Artikel 68
1. Het is verboden te roken en open vuur te gebruiken in toneelruimten, in
de daarbij behorende werkplaatsen, magazijnen en kleedkamers, in stallen
van een circus en in andere dergelijke dienstruimten van besloten ruimten,
bestemd voor het houden van openbare bijeenkomsten.
2. Het is verboden in de voor het publiek bestemde ruimten te roken, indien
dit in de veiligheidsverklaring als voorwaarde is gesteld en het rook ver
bod op duidelijke wijze aan het publiek kenbaar is gemaakt.
3. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet:
a. in de dienstruimten, die in de veiligheidsverklaring voor het roken zijn
aangewezen, mits bij de toegangen tot de in het eerste lid bedoelde ruim
ten op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, dat de rookartikelen bij het
verlaten van de ruimte gedoofd moeten zijn;
b. ten aanzien van personen, die zich binnen de speelruimte van het toneel
bevinden, indien het roken tijdens het spel vereist is.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod vervat
in het eerste lid.
Afdeling _5
Warenhuizen en daarmede gelijk te stellen 'winkels.
Artikel 69.
Het is verboden een warenhuis of een winkel, die naar het oordeel van burge
meester en wethouders in bijzondere mate aan brandgevaar bloot staat, dan wel
in bijzondere mate brandgevaar oplevert voor personen en goederen en deswege
met een warenhuis gelijk is te stellen, - hetgeen burgemeester en wethouders
kenbaar maken bij schriftelijke kennisgeving aan de exploitant van die winkel -
voor het publiek open te stellen of te houden, tenzij voor het warenhuis of de
winkel een veiligheidsverklaring is afgegeven en tenzij wordt voldaan aan de
voorschriften van deze afdeling en aan de in de veiligheidsverklaring gestel
de voorwaarden.
Artikel 'JO.
Een veiligheidsverklaring, als bedoeld in artikel 69, wordt niet afgegeven,
indien de samenstelling en de inrichting van het gebouw of van het gedeelte
van het gebouw, waarvoor die verklaring wordt gevraagd, niet voldoet aan de
eisen, die daaraan bij de artikelen 71 tot en met 74 zijn gesteld.
Artikel 71.
1. :e samenstelling en de inrichting van een warenhuis of van een winkel, als
bedoeld in artikel 69 moeten aan de volgende eisen voldoen:
a. alle dragende delen moeten als brandwerende constructie zijn uitgevoerd;
b. in het warenhuis en de winkel moeten een voldoend aantal genoegzaam brede
(nood)uitgangen, trappen en gangpaden aanwezig zijn, waarlangs het publiek
zonder enige belemmering de inrichting kan verlaten;
c. de trappen moeten van een brandwerende constructie zijn en een optrede
hebben van ten hoogste 18 cm en een aantrede, die over de volle breedte
dezelfde is, van tenminste 25 cm en aan weerszijden zijn voorzien van een
stevige leuning, terwijl trappen met een breedte van 2,20 m of breder bo
vendien van een vaststaande middenleuning moeten zijn voorzien; de einden
van de leuningen moeten haakvrij zijn;
d. de trappen in een vluchtweg moeten in trappenhuizen van een brandwerende
en rookkenende constructie zijn aangebracht;
e. personenliften moeten voldoen aan de eisen van NEN 1081, goederenliften
aan de eisen van HEN 1082 en roltrappen aan de eisen van NEN 1085;
f. dë liften moeten in liftschachten van een brandwerende en rookkenende con
structie zijn aangebracht;