op een gemakkelijke en snelle wijze kunnen worden losgemaakt en weggeleid.
Artikel 76.
1. De gebruiker van een boerderij, welke binnen een afstand van 100 meter van
het elektrische lichtaet is gelegen, dient er zorg voer te dragen, dat de
stallen en de in hetzelfde gebouw ondergebrachte bergplaatsen voor brandbare
oogstproducten aan dat lichtnet zijn aangesloten.
2. Het is verboden:
a. in de stallen en bergplaatsen, waarin een aansluiting op het elektrisch
net is aangebracht, ander kunstlicht dan elektrisch licht te gebruiken;
b. in de stallen en bergplaatsen een lichtvlam van enige gas- of petroleum-
soort te branden anders dan in een goed omsloten lantaarn.
Artikel 77"
1. Het is verboden door middel van verbrandingsmotoren aangedreven voer- en
werktuigen op te bergen anders dan in een goed geventileerde brandveilig
ingerichte en van andere bedrijfsruimten gescheiden bergplaats.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het eerste lid vervatte verbod ont
heffing verlenen voor een geheel vrijstaande bergplaats.
Artikel J8.
De gebruiker van de in artikel 77 bedoelde voer- en werktuigen is bij gebruik
daarvan in bedrijfsruimten, waarin licht brandbare stoffen zijn of worden op
geslagen of bewerkt, verplicht steeds zodanige maatregelen te treffen, dat
brandgevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel 79.
1. Het is verboden stro-, hooi- of zaadbergen te plaatsen of te hebben op een
afstand van minder dan:
a. 10 m van enig op hetzelfde erf gelegen gebouw van steen of beton en met
een afdekking van een brandwerende constructie;
b. 15 m van enig ander gebouw;
c. 15 m van een staldeur;
d. 10 m van een erfscheiding.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod vervat
in het eerste lid, indien de grootte van het erf en de onderlinge ligging,
afmetingen en constructie van de gebouwen d-.artoe aanleiding geven.
Afdeling 7
Hotels, pensions, internaten, verzorgingshuizen, ziekenhuizen, verpleeg
huizen, jeugdherbergen, kinderkoloniehuizen en andere logiesgebouwen.
Artikel 80.
De bepalingen van deze afdeling gelden niet, voorzover daarin bij of krachtens
de Wet op de Bejaardenoorden of bij het Brandveiligheidsbesluit bijzondere ge
bouwen is voorzien.
Artikel 31.
1. Het is verboden een hotel, pension-, internaat, verzorgingshuisziekenhuis,
verpleeghuis, jeugdherberg, kinderkoloniehuis of een ander logiesgebouw in
bedrijf of gebruik te nemen of te houden, tenzij die inrichting voldoet aan
de eisen, gesteld bij of krachtens de volgende artikelen.
2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet voor inrichtingen, waarin
minder dan 10 bedden aanwezig zijn.