- 24 -
c. do tot uitgang dienende deuren moeten in de richting van de vluchtweg
kunnen draaien en van binnenuit gemakkelijk door een ieder in staande
louding 1 j van t .s of and<
losse voorwerpen gebruik behoeft te worden gemaakt.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in het
eerste lid vervatte eisen.
Artikel 86»
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de samenstelling van de vanden, vloeren en afdekkingen}
b. het aantal, de constructie, de afmetingen en de plaats van (nood) uitgangen,
gangen, trappen en andere vluchtwegen, alsmede het kenbaar maken van (nood)
uitgangen;
c. de glasbezetting;
d. de verk- en bergplaatsen;
e. het luchtverversingssysteem en de inrichtingen tot afvoer van rook;
f. de verwarmingsinrichting en de verlichting, waaronder begrepen de nood- en
transparantenverlichting;
g. de aankleding, de vloerbedekking en de versiering;
h. de aanwezigheid van blusmiddelen.
Afdeling 9»
Hoge gebouwen.
Artikel 87.
Het is verboden een hoog gebouw in bedrijf of gebruik te nemen" of te houden,
tenzij dit gebouw voldoet aan de eisen, gesteld bij of krachtens de volgende
artikelen.
Artikei 88.
Een gebouw, als bedoeld in artikel 87, moet voor brandweervoertuigen bereikbaar
zijn.
Artikel 89.
1. De samenstelling en de inrichting van gebouwen, bedoeld in artikel 87, moe
ten voldoen aan de volgende eisen:
a. alle dragende delen moeten als brandwerende constructie zijn uitgevoerd;
b. eventuele woon- en/of slaapvertrekken moeten onderling en van de overige
onringende ruimten zijn afgescheiden door wanden en vloeren van een brand
werende constructie;
c. ten behoeve van een snelle ontruiming bij brand moeten de gebouwen zoda
nig zijn ingedeeld en ingericht, dat ontvluchting uit de vertrekken over
de gang wa-.raan die vertrekken zijn gelegen, in twee richtingen mogelijk
is
d. de kunstverlichting moet elektrisch zijn.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing van een of meer bepalingen van
het eerste lid verlenen ten aanzien van de op het tijdstip van inwerking-
tredin - van deze verordening bestaande gebouwen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de onderverdeling van een gebouw, zowel in horizontale als in verticale
richting;
b. de'constructie van buiten- en binnenwanden;
c. de dakconstructie;