d. het aantal, de plaats, de afmetingen, de samenstelling en de inrichting- van toegangen, uitgangen, nooduitgangen, gangen, portalen, trappenhuizen en andere vluchtwegen, alsmede het kenbaar maken van de uitgangen en nooduitgangen 5 e. de constructie en de inrichting van de verwarming, de stookplaatsen en de schoorsteen; f. de constructie van liftschachten, stortkokers, luchtverversingskanalen en doorgeefluiken; g. de elektrische verlichting en de nood- en transparanten-verlichting; h. de hrandmeldings-, alarmerings- en blusmiddelen. Artikel 90» 1. Het is verboden verplaatsbare oliekachels in een gebouw, als bodoeld in artikel 87, te gebruiken of te hebben. 2. Gas- en elektrische kooktoestellen moeten op onbrandbaar materiaal zijn op gesteld. HOOFDSTUK IV. Beveiliging tegen brand aan boord van schepen. Artikel 91» De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet, voorzover de Schepenwet van toe passing is. Artikel 32. De gezagvoerder van een schip is verplicht er zorg voor te dr gen: a. dat het stoken van vuur, het gebruik van verwarmingstoestellen en de afvoer van verbrandingsgassen aan boord van een schip zodanig geschieden, dat het brandgevaar zoveel mogelijk wordt beperkt; b. dat een drukhouder met samengeperst, door samenpersen tot vloeistof verdicht of onder druk in vloeistof opgelost gas, waarop een verwarmings- of kooktoe- stel is aangesloten, wordt geplaatst in een rechtstreeks en voortdurend doel matig op de buitenlucht geventileerde ruimte, waaruithij in geval van brand op gemakkelijke wijze kan worden verwijderd. Artikel 95» Het is verboden aan boord van een schip: a. elders een vuur te hebben dan in haarden, kachels, fornuizen of andere stook inricht ingen b. kunstlicht anders dan in goed omsloten lampen of lantaarns te gebruiken; c. las- en snijwerkzaamheden met een open vlam te verrichten in de nabijheid van brandbare lading of aan stalen platen in scheepsruimten of kajuit, welke platen aan de keerzijde zijn betimmerd of bekleed met brandbaar materiaal. Artikel 94» Het is verboden vuur te hebben, te roken of andere dan voldoend omsloten lampen of lantaarns te gebruiken in scheepsruimten, waarin vaste brandstoffen, licht brandbare of licht ontvlambare vaste stoffen dan wel aan broeiing of zelfont branding onderhevige stoffen aanwezig zijn of waarin genoemde stoffen worden geladen of gelost.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 222