Jrqy#, Artikel 95* Het is in andere gevallen dan die voorzien in het Waterenreglement Friesland q verboden vloeistoffen met een vlampunt, dat lager is dan of gelijk is aan. 100 C overboord of van de wal in net water te werpen, te laten vallen, te pompen of te laten vloeien. Artikel 96. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een schip, dat als lading vloeistoffen met een vlampunt, dat lager dan of gelijk is aan 100"C, heeft bevat, te ontgassen, te atomen, te ventileren of schoon te maken. HOOFDOTU"'. Bestrijd en _y on. b rand. Artikel 97. 1. Hij, die brand ontdekt of brand vermoedt, is verplicht dit onverwijld aan de brandweer of de politie te melden of te doen melden en de bewoners of gebruikers van het pand, waarin de brand ontdekt is of vermoed wordt, direkt te waarschuwen of te doen waarschuwen. 2. Hot is verboden zonder geldige reden de brandweer of de politie door het melden van brand te alarmeren. Artikel 98. Het is verboden voorwerpen of stoffen op zodanige wijze bij of. over een open- hare brandkraan, brandput of vaterwinplaats van de brandweer te plaatsen of te hebben dat de brandweer in het onmiddellijk gebruik daarvan kan worden belem merd of gehinderd. Artikel 99» 1. De gebruiker van een bij openbare aankondiging door burgemeester en wethou ders aangewezen gebouw, dat aan of nabij water is gelegen, is verplicht bij dichtvriezen van dit water te zorgen voor het maken en onderhouden van een ijsbijt op de in die aankondiging omschreven wijze. 2. Ieder, op wie de in het eerste lid omschreven verplichting rust, is gehouden rondom de ijsbijt een deugdelijke afrastering aan te brengen. 3. De eigenaar beheerder en gebruiker van het water zijn verplicht het treffen van de in de vorige leden bedoelde voorzieningen te gedogen. Artikel 100. De gebruiker van een boerderij is verplicht zorg te dragen, dat de grachten en sloten om zijn boerderij zodanig op breedte en diepte en vrij van planten worden, gehouden, dat het aanwezige water bij brandbestrijding ten volle kan worden benut. Artikel 101. De gebruiker van een gebouw of een terrein waarin, onderscheidenlijk waarop brand woc-dt, is verplicht op vordering van hem, die bij de brandbestrijding het bevel voert, alle door deze ter bevordering van de brandbestrijding nodig geachte bijstand te verlenen of te doen verlenen. Artikel 102, ;!e gebruiker van een perceel, gelegen in de nabijheid van een brand, is in het '•■slang van de brandbestrijding en ter beveiliging van personen en goederen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 223