- 6 - 3. Bij verkoop, als bedoeld in het voorgaande lid, worden uit de op brengst, voor zover mogelijk, betaald de kosten van vervoer naar de plaats van bewaring, die van bewaring en van verkoop, alsmede de kosten, gemaakt tot opsporing van de rechthebbende. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in dit artikel omschreven verboden. AFDELING III. Bepalingen, gegrond op andere dan verkeersmotieven. Artikel 13. 1. Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met een lengte van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2 meter ver boden dit op een weg te parkeren bij, voor, naast of achter een be woond perceel op zodanige wijze, dat daardoor het uitzicht vanuit dat perceel voor de bewoners op hinderlijke wijze wordt belemmerd. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het in het eerste lid om schreven verbod ontheffing verlenen. Artikel 14. Het is de eigenaar" of houder van een kampeerwagen, een caravan of oen ander vervoermiddel ten dienste van de recreatie verboden deze/dit te doen of laten staan, daar, waar Burgemeester en Wethouders dit blijkens een aan hem bij aangetekend schrijven gedane mededeling schadelijk achten voor het uiterlijk aanzien van do gemeente. Artikel 13. 1. Onverminderd het bepaalde in artikel II 4 van de Algemene Politiever ordening Leeuwarden is het de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met een lengte van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2 meter, een oplegger, een aanhangwagen dan wel een voertuig, dat is voorzien van een aanduiding van commerciële reclame, verboden op een weg of op een van de weg af zichtbare plaats een dergelijk voertuig te parkeren, indien Burgemeester en Wethouders dit blijkens een openbaar bekend te maken besluit schadelijk act ten voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het in het eerste lid omschreven verbod ontheffing verlenen. Artikel 16. 1. Het is in andere gevallen, dan die voorzien in de "Verordening op schriften en opslagplaatsen" van de provincie Friesland en in de artikelen H2 en H4 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden ver boden een voertuigwrak op de weg of van de weg af zichtbaar te plaatsen of te hebben. Onder voertuigwrak wordt mede verstaan: een voertuig, dat rijtochnisch in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het in het eerste lid omschreven verbod ontheffing verlenen. Artikel 1?. 1. Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig verboden dit te doen of laten staan in of op niet van de weg deel uitmakende openbare beplantingen, plantsoenen, grasperken of groenstroken. 2. Voor de toepassing van dit artikel worden onder voertuigen mede be grepen fietsen en bromfietsen. AFDELING IV. Strafbepalingen. Artikel 18. 1. Overtreding van enige bepaling van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. 2. Wegens overtreding van enige bepaling van deze verordening, geploegd door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of een doelvermogen, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden: a. bestuurders, leden van het bestuur of commissarissen van die rechtspersoon, die vennootschap, die andere vereniging van per sonen of dat doelvermogen; alsmede b. zij, die tot het feit opdracht hebben gegeven of die de feitelijke leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten. AFDELING V. Slotbepalingen. Artikel 19. 1. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Parkoercxcossen- verordening Leeuwarden". 2. Zij treedt in werking op 1 juli 1970. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 230