Lid 2.
;igt wordt nuttig geacht hot in hot eerste lid bedoelde vsrbod mode to doen
gelden voor fietsen en bromfietsen. In verband met de definitie van voortui--
in artikel 1, sub c, dienen deze voertuigen daarom hier afzonderlijk te
worden genoemd.
Wijziging Algemene Politieverordening.
Bijlage no. 126. Leeuwarden, 8 april 1970.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 9 juni 1969 is vastgesteld de Algemene Politiever
ordening Leeuwarden. Op 30 juni daaropvolgend is de eerste wijziging van die
verordening door Uw Raad vastgesteld. Beide besluiten hebben wij, ter voldoe
ning aan het bepaalde in artikel 198 van de gemeentewet gezonden aan Gede
puteerde Staten ter verkrijging van een bericht van ontvangst.
Bij brief van 7 oktober 1969 hebben Gedeputeerde Staten ons een bericht
van ontvangst doen toekomen. In deze brief geven Gedeputeerde Staten ons
college in overweging een aantal met name genoemde artikelen nog eens te
bezien en zo nodig te bevorderen, dat daarin wijzigingen worden aangebracht.
Terzake verwijzen wij U naar bedoelde brief, die voor U bij de stukken ter
inzage ligt. Grotendeels kunnen wij ons met de opmerkingen van Gedeputeerde
Staten verenigen'.
In enkele gevallen zijn wij een andere mening toegedaan, zoals U uit het
onderstaande zal blijken.
Bij de voorbereiding van de inwerkingtreding van de Algemene Politie
verordening zijn wij bovendien nog op enkele punten gestuit, die bij nader
inzien een kleine wijziging wenselijk maken.
Hieronder geven wij U een artikelsgewijze toelichting op de voorgestel
de wijzigingen. Voor de tekst van de wijzigingen verwijzen wij U naar het
hierbij gaande concept-raadsbesluit.
1. Artikel A 9-
Naar aanleiding van een desbetreffende opmerking van Gedeputeerde Staten
over het derde lid van dit artikel stellen wij voor zowel in het eerste
als in het derde lid het woord "wijziging" op te nemen. Hoewel wij er
bij het redigeren van dit artikel, onzes inziens terecht, van zijn uit
gegaan, dat als aan een ambtenaar het verlenen en intrekken va.n vergun
ningen (het meerdere dus) mag worden gedelegeerd, dit het wijzigen (het
mindere dus) omvat, menen wij bij nader inzien, dat het uit een oogpunt
van duidelijkheid wel aanbeveling verdient, die bevoegdheid expliciet
in dit artikel op te nemen.
V/ij stellen voor na het derde lid een nieuw lid 3 A in te voegen,
waarin de mogelijkheid wordt geschapen om bij ons college in beroep te
gaan, indien een ambtenaar niet binnen de daarvoor gestelde termijn een
beslissing neemt. Deze regeling is analoog aan de gevallen waarin elders
in deze verordening beroep is opengesteld van een beslissing van een
ambtenaar
Hierbij merken wij volledigheidshalve nog op, dat de burger van een be
slissing van ons college, in beroep genomen, uiteraard nog in beroep
kan gaan bij de gemeenteraad.
2Artikel A 10.
In het zesde lid is abusievelijk artikel 4» derde lid van de Algemene
Termijnenwet aangehaald. Dit moet zijn artikel 3? derde lid.
3. Artikel A 11.
Bij nader inzien lijkt het ons gewenst Burgemeester en Wethouders te
verplichten om op de door hun gegeven beschikkingen melding te maken
van de beroepsmogelijkheden. De radactie va.n dit lid komt overeen met
die van het zesde lid van artikel A 95 waarbij het gaat om beslissingen
van ambtenaren.