3
4. Artikel A 12.
Abusievelijk is verzuimd in artikel A 12, in voldoende mate te rege
len Wat er in een ontvangstbericht moet worden opgenomen. Door het wij
zigen van artikel A 12 als thans wordt voorgesteld is dit euvel verhol
pen.
5Ar t ik e1 A Ij.
Deze wijziging betekent een uitbreiding van de beroepsmogelijkheden.
In de Algemene Politieverordening komt een aantal bepalingen voor, waarin
is bepaald, dat ons college aan een burger een bepaalde aanschrijving
kan richten om iets te doen of te laten. Een beroepsmogelijkheid tegen
een dergelijke aanschrijving is niet opgenomen. Het lijkt ons van belang
die mogelijkheid alsnog te scheppen.
Nu het instellen van beroep op een beslissing van een ambtenaar of te
gen het uitblijven van een beslissing van een ambtenaar geheel in arti
kel A 9 is geregeld (door beroep op Burgemeester en Wethouders) moet in
het tweede lid, sub a, van dit artikel gesproken worden van beslissingen
van Burgemeester en Wethouders.
6. Artikel C 4*
Het bepaalde in dit artikel dient te worden afgebakend van overeenkom
stige artikelen in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, het
Rijkswegenreglementhet Wegenreglement Friesland en het Waterenregle
ment Friesland. Te dezer zake verwijzen wij U naar artikel 81 van het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens, artikel 4 van het Rijkswe
genreglement, artikel 14 van het Wegenreglement Friesland en artikel 39
van het Waterenreglement Friesland. Genoemde reglementen hebben wij voor
U ter visie gelegd. In dit verband merken wij nog op, dat het ons in het
algemeen niet wenselijk voorkomt in de artikelen van de Algemene Politie
verordening de desbetreffende artikelen van genoemde reglementen expli
ciet aan te halen, omdat bij eventuele vernummering van de artikelen van
die reglementen dan ook de Algemene Politieverordening zal moeten worden
aangepast.
Artikel C 10.
Ook dit artikel dient te 'worden afgebakend van een hogere regeling.
In dit geval van artikel 8 van het Wegenreglement Friesland.
8. Artikel C 12.
Dit artikel moet worden afgebakend van artikel 14» eerste lid, sub 1,
van het Wegenreglement Friesland.
9Artikel C 13.
Afbakening dient hier te geschieden van artikel 5, sub d, van het
Rijkswegenreglementen van artikel 14, eerste lid, sub f, van het We
genreglement Friesland.
10. Artikel C 17.
Blijkens nun brief achten Gedeputeerde Staten dit artikel in strijd
met artikel 7 van de Grondwet. Gedeputeerde Staten verwijzen daarbij
naar het arrest van do Hoge Raad van 27 februari 1951» N.J. 1951-472
en A.R.3. 1951-716, (Drukpersarrest Eindhoven i)Dit arrest is voor
U ter inzage gelegd. Wij delen de zienswijze niet. Artikel C 17 verbiedt
het uitwerpen van strooibiljetten. De bepaling van de gemeente Eindhoven,
waarover dit arrest gaat, betreft het uitgeven van strooibiljetten. Het
is duidelijk dat de strekking van het artikel van de gemeente Eindhoven
verder gaat dan die van het onderhavige artikel.
De bedoeling van dit artikel is dan ook geen andere dan dat door het
uitwerpen van strooibiljetten de openbare veiligheidniet in gevaar
mag worden gebracht. Dit blijkt duidelijk uit de plaats in de Algeme
ne Politieverordening, waar dit artikel isopgenomen, n.l. onder het
hoofdstuk "Openbare orde", onder afdeling "Orde op en aan de wegen",
paragraaf "Veiligheid". Bij nadere bestudering van dit artikel, naar
aanleiding van de opmerking van Gedeputeerde Staten, zijn wij tot de
conclusie gekomen, dat handhaving van dit artikel niet noodzakelijk is,
zij het op andere gronden dan Gedeputeerde Staten aanvoeren.
Er zijn n.l. twee hogere regelingen, die bepalingen van dezelfde strek
king kennen als het onderhavige artikel. In de eerste plaats is er het
LuchtverkeersreglementIn dit reglement en in de krachtens dit reglement
vastgestelde beschikkingen is deze materie geregeld voorzover het be
treft het werpen van strooibiljetten uit vliegtuigen. Op dit terrein
is er dus geen plaats meer voor een lagere regeling. Daarnaast is er
het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.
Artikel 19 van dit Reglement verbiedt het om stoffen of voorwerpen, die
schadelijk of hinderlijk voor het verkeer zijn, op de weg te werpen of
te laten vallen, te plaatsen of te leggen of te laten staan of liggen.
Door deze bepaling, waaraan uiteraard het motief "verkeersveiligheid"
ten grondslag ligt, welk motief overeenkomt met dat, hetwelk bij het
redigeren van de Algemene Politieverordening heeft voorgezeten, achten
wij bij nader inzien het opnemen van deze bepaling in de Algemene Po
litieverordening inderdaad overbodig.
Nu had artikel C 17 nog een andere bedoeling. Naast het bevorderen
van de veiligheid op de weg wordt met deze bepaling ook da reinheid van
de weg gediend. Dit blijkt ook uit de Memorie van Toelichting op de
ontwerp - Algemene Politieverordening. Bij nadere beschouwing zijn wij
tot de conclusie gekomen, dat artikel E 9 tegen dit euvel evenwel vol
doende waarborgen biedt.
Resumerende zijn wij dan ook van mening, dat artikel C 17 wel ge
mist kan worden.
11Artikel C 53
De wijziging van dit artikel houdt weer verband met de afbakening
van een hogere regeling, n.l. artikel C 13 van het Waterenreglement
Friesland.
12. Artikel C 45»
Een onderdeel van dit artikel n.l. het eerste lid, sub d, moet
worden afgebakend van het 'bepaalde in artikel 51 van het Waterenregle
ment Friesland.
13Artikel G 59-
Het is gewenst dit artikel ook nog af te bakenen van artikel 146
van het Wetboek van Strafrecht en van de Zondagswet.
14Artikel 0 66.
Tijdens de behandeling van de Algemene Politieverordening is de
redactie van dit artikel gewijzigd. Inmiddels is ons gebleken dat de
huidige redactie twijfel omtrent de bedoelingen kan oproepen. De for
mulering van de onderdelen a en b van artikel C 66 kan n.l. tot de con
clusie leiden, dat honden nergens buiten afgesloten erven - dus ook
niet in parken e.d. - los mogen lopen, zelfs niet onder geleide of toe
zicht. Uiteraard is dit niet Uw bedoeling geweest. De Dedoeling was een
verbod tot het los laten lopen van honden behoudens in een park of plant
soen, mits onder voldoende geleide of toezicht.
Door de voorgestelde wijziging wordt bereikt wat indertijd de oedoe-
ling van Uw raad was.
MMK etïuP'.ACjjm