- 2 - b. Verlaging van de retributieschalen en wel zodanig, dat de door de gezinnen te betalen retributies aansluiten bij de draagkrachtnormen, welke worden gehanteerd bij het verlenen van bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand wordt verleend voor bijzondere (extra) lasten In deze gevallen, waarbij dus geen sprake is van een regelmatige uit kering, wordt de draagkracht anders berekend dan bij voortdurende bij standverlening. Als de retributietabel aansluit aan deze normen wordt derhalve van de gezinnen een retributie gevraagd tot hetzelfde bedrag, als de door de Sociale Dienst berekende eigen bijdrage van het gezin bij het verlenen van bijzondere bijstand. Aanvragen om bijzondere bijstand zullen dan geen effekt sorteren en overbodig worden. De berekening van de draagkracht ingevolge de Bijstandswet is gecompliceerder dan het systeem, dat de instellingen tot nu toe volg den bij het vaststellen van de te betalen retributie. De administratie etc. van de gezinszorginstellingen wordt daardoor verzwaard. Met behulp van zo eenvoudig mogelijk te hanteren formulieren wordt ge tracht aan de bezwaren hiervan tegemoet te komen. Aan de voorgestelde regeling liggen een aantal principes ten grond slag. In de eerste plaats neemt de Gemeente bij invoering van de nieuwe regeling in principe de volledige lasten van de gezinszorg, voorzover niet door het Rijk gesubsidieerd, voor haar rekening. Het principe van het gelijk op met het Rijk subsidiëren wordt los gelaten. Men zou zich nu kunnen afvragen welke functie de eigen inkomsten van de instellingen, n.l. de contributies, donaties, bijdragen van de diaconieën etc. nog zullen hebben. Deze zijn nog van belang voor het opvangen van niet- subsidiabele lasten en van mogelijke nadelige verschillen tussen de werkelijke kosten van administratie, bureau- en bestuurskosten en de genormeerde kosten hiervan, die bij de subsidiabele lasten worden geteld, Niet subsidiabele lasten zijn die van onbevoegde leidsters en de lasten voortvloeiende uit met betrekking tot het personeelsbeleid getroffen extra voorzieningen ten behoeve van b.v. de binding en vorming van het personeel. Hier ligt derhalve dan nog een klein terrein, dat de besturen der instellingen speelruimte geeft voor een onder eigen financiële verantwoordelijkheid te voeren beleid. Het grootste deel namelijk van deze ongesubsidiëerde lasten vloeit voort uit het te voeren beleid en betreft geen verplichte uitgaven. In de tweede plaats wordt losgelaten het uit het systeem van de Rijkssubsidieregeling voortvloeiende principe, dat bij het retributie- beleid, moet worden gestrGefd naar dekking van de niet door overheids subsidies gedekte lasten. Het verband met de nog te dekken kosten wordt geheel losgelaten en de retributies worden -voorzover het maximaal te betalen bedrag nog niet is bereikt- volkomen afgestemd op de draag kracht voor bijzondere kosten volgons de Algemene Bijstandswet. De hierdoor te derven inkomsten worden ten laste van de Gemeente genomen. Onder de thans geldende regeling kwam een deel daarvan ook al ten laste van de Gemeente in de vorm van verleende bijstand. De thans voorgestelde regeling heeft echter tot consequentie, dat als het ware automatisch aan ieder aan wie gezinshulp is verleend de eventueel aan te vragen bijstand ten goede komt, omdat nooit meer wordt betaald, dan men zou moeten betalen, indien een aanvraag om bijstand zou zijn ingediend. Het "recht op bijstand" dat de Wet vastlegt, wordt hiermee zonder meer geëffectueerd. Bij dit systeem geeft de Gemeente een zeker bedrag prijs aan "bespaardo'H bijstand, omdat lang niet in alle gevallen een verzoek om bijstand zou worden ingediend. Het gaat hier immers om incidentele extra lasten. Invoering van de draagkrachtsretributies houdt in, dat de te be talen bedragen geen rechtstreeks verband meer hebben met de binnen een bepaalde week geleverde hoeveelheid dienstbetoon. rp Sw.*J «s w - 3 - In de derde plaats wijzen wij op het volgende. Bij het vaststellen van de retributietabellen in het verleden hebben de gezinszorginstellingen zich laten leiden door het standpunt, dat de maximum-retributie niet hoger mag zijn dan de niet door rijks- en gemeentesubsidie gedekte kosten.Men ging daarom niet verder dan 90?Per week. Bij de voorgestelde regeling wordt de retributieopbrengst "gemeente geld" en hog beleid ter zake dient bij toepassing van die regeling der halve oor het Gemeentebestuur te worden cepaald. Wij menen, dat heg hierboven weergegeven standpunt juist is. Dientengevolge eindigt de retributietabel welke bij de stukken ter inzage is gelegd, bij een ^e betalen bedrag van 90,— per week. Dit is de door de gezinszorginstellingon berekende, thans geldende- niet door de normale rijks- en gemeente subsidies volgens de rijksregeling gedekte kostprijs. Het zal nodig zijn de retributieuabel geregeld aan bc passen aan ge wijzigde draagkrachtnormen en eventuele stijgjng van de hierboven bedoelde ongedekte kosten. Hit de rekeningscij fers over het jaar 1968 mag worden afgeleid, dat bij toepassing van de voorgestelde regeling vermoedelijk aanvankelijk bij de instellingen exploitatie-overschotten zullen kunnen ontstaan. Met het oog hierop zijn wij van oordcel, dat aan de regeling de bepaling moet worden toegevoegd, dat het volgens de regeling voor een instelling berekende subsidie slechts wordt uitgekeerd.- voorzover het nodig Is om het exploitatietekort te dekken. De financiële consequenties voor de Gemeente zijn do volgende. Op basis van de gegevens over 1968 zou bij aanvulling tot 100$ het suusi- die met f 72.000,-- stijgen. Gelet op de enorme kostenstijging in de sector van de gezinszorg sedert 1968, eendeeis tengevolge van algemene kostenstijgingen, maar anderdeels door de -sterke uitbreiding lie dit werk heeft ondergaan, speciaal bij de bejaardenhulp, moet voor 1970 op een hogere stijging dan de bovenberekende 72.000,-worden gerekend. Op begrotingebnsis van 1970 moet worden aangenomen, dat de kosten van de gezinszorg sedert 19Ó8 met 50$ zullen stijgen. In het ex bra subsidie zal deze stijging doorwerken, zodat cp 150$ van 72.000.- 108.000,--- moet worden gerekend. Tot dit bedrag'zal de stijging zich echter niet beperken. De in 1968 ontvangen retributies zijn nog gebaseerd op de oude tabellen. Bij toepassing van de nieuwe tabellen zal de retributieopbrengst een sterke daling vertonen» Het gaat hier om, wat wij bierDovon hebben genoemd de prijs te geven "bespaarde" bijstand. Een rëele raming van hetgeen dit meer zal kosten is niet te geven. Wij gaan voorlopig uit van 92.000,Do totale gezinszorgsuDsidies zouder. dan stijgen met f 200.000,---. Als rekening wordt gehouden met de uitkering voor sociale zorg uit hot Gemeentefonds blijft hiervan 20$, dat is 40.000,— uiteindelijk ten laste van de gemeente. Dit bedrag kan worden gedekt uit de stelpost voor lastenstijgingen. De uitkering sociale zorg, voorzover betrekking hebbende op deze uitgaven, komt uas in 1973 geheel beschikbaar (1972 voor 2/p, 1971 voor 3 De algemene reserve moet worden aangesproken voor dekking van de lasten, waarin nog geen uitkering sociale zorg wordt ontvangen: :.n 1970 voor een bedrag van 160.000, Bij de raming van het uit te keren subsidie moet ook nog rekening worden gehouden met de omstandigheid, dat in de retributies over 1968 zijn begrepen de verleende bijstandsuitkeringen van de Sociale Dienst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 253