Artikel 4- He f f ing s t i j d vak 1Het heffingstijdvak vangt aan op de eerste van de maand, waarin ingevolge de Verordening Gemeentelijk Muziekinstituut het cursusjaar begint, en heeft een duur van twaalf maanden. 2. De omstandigheden hij het begin van het heffingstijdvak zijn bepalend voor de lief f ing van het lesgeld. Wordt een leerling in de loop van het heffingstijdvak ingeschreven, dan treedt te zijnen aanzien het tijdstip van inschrijving voor het begin van het heffingstijdvak in de plaats. Artikel 5* 3edrag van het lesgeld. Het lesgeld bedraagt per leerling per heffingstijdvak: A. voor klassikale lessen algemeen vormend muziekonderricht 70,-- voor lessen volgens de individuele methode, met uitzondering van de lessen voor de opleiding van spelers voor harmonie- en fanfareorkest: per wekelijks lesuur van 60 45 30 minuten minuten minuten I voor leerlingen van 19 jaar en ouder 500,375,-- 250,— 2. voor leerlingen jonger dan 19 jaar: bij een schoolgeldmaatstaf van: minder dan 1 .000,-- 250,-- 18*7,50 125,-- 1.000,-- of meer, doch minder dan f 2.000,-- 300?-- 225?-- 150,-- 2.000,-- of meer, doch minder dan f 3*000,-- 400,-- 300,-- 200, 3*000,— of meer 500,— 375?— 250,- De lesgeldbedragen genoemd onder 1 en 2 worden met 25c)o verminderd, indien aan deselfde les meer dan één leerling deelneemt. C. voor ensemblelessen 175?-- D. voor de opleiding van spelers voor harmonie- en fanfareorkest 70,-- Artikel 6. Voor leerlingen, niet woonachtig in de gemeente Leeuwarden, worden de lesgelden verhoogd met 50/ó van die, welke volgens artikel 5 sijn verschuldigd. Deze opslag is niet verschuldigd, indien de gemeente van inwoning of de Provincie ten behoeve van de desbetreffende leerling een bedrag, tenminste gelijk aan dat van de in dit artikel bedoelde opslag? in de exploitatiekosten van het Gemeentelijk Muziekinstituut bijdraagt Artikel 7* Reductie Indien meer dan één lid van hetzelfde gezin als leerling voor het volgen van lessen, als bedoeld in artikel 5? onderdeel E en C, bij het Gemeentelijk Muziekinstituut staat ingeschreven, wordt op het verschul digde lesgeld de volgende reductie toegepast: voor de tweede leerling 205? voor de derde leerling 30yo voor de vierde en volgende leerling 50/o met dien verstande, dat de leerling, voor wie het hoogste onderscheiden lijk het op een na hoogste, onderscheidenlijk het op twee na hoogste lesgeld is verschuldigd, respektievelijk als eerste, tweede en derde leerling wordt beschouwd. Artikel 8. Wegblijven van leerlingen. Voor hen, die ais leerling zijn ingeschreven voor een heffingstijdval en die bij de aanvang van het cursusjaar wegblijven, is van het lesgeld de helft verschuldigd, tenzij voor het begin van het cursusjaar schrif telijk "bericht van verhindering is ingekomen. Artikel 9* Tussentijdse inschrijving Voor een leerling, die in de loop van het heffingstijdvak wordt ingeschreven, is van het bedrag van het lesgeld zoveel maal één/twaalfde verschuldigd als er -de vakanties inbegrepen- 11a de inschrijving in het heffingstijdvak kalendermaanden over zijn. De maand, waarin de inschrijving is geschied, wordt daarbij mede- geteld. Artikel 10. Ontheffing. 1Indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak het Muziekinstituut verlaat, wordt geen ontheffing van het lesgeld verleend. 2. In afwijking van liet bepaalde in liet eerste lid, wordt, indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak overlijdt cf het Muziek instituut verlaat wegéns vertrek naar een andere gebeente, ontheffing van het lesgeld verleend ten aanzien van zoveel één/vierde van het be drag daarvan, als er nadien nog volle kwartalen in net heffingstijdvak overblijven 3. Indien een leerling door het ontstaan van een vacature in het lerarenkorps geen les meer kan krijgen wordt ambtshalve ontheffing /an lesgeld verleend over zoveel volle kalendermaanden als deze vacature duurt, tenzij gedurende deze vacature de lessen dooi' een andere leer kracht worden waargenomen. Hetzelfde geldt in geval van ziekte van de leraar gedurende langer dan een kalendermaand.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 282