1 en verdelin; 2 - Artikel 19lid 4wordt aangevuld met de volgende bepaling; "Be vóór do aanvang van het cursusjaar ingezonden lesroosters en verd* dor lessen over de leraren net betrekking tot de amateuropleiding zijn bindend voor het gehele cursusjaar. Burgemeester en Wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen." Artikel III. a. LTa het eerste lid van artikel 26 worden ingevoegd een nieuw tweede on dorde lid, luidende: "2. Be aangifte van leerlingen voor een nieuw cursusjaar moot geschieden vóór 15 juni van het jaar, waarin hot cursusjaar aanvangt. Yoor inschrijving van een leerling bij de amateuropleiding is een inschrijfgeld verschuldigd van f. 25,--, direct bij de aangifte- te voldoen. Het betaalde inschrijfgeld wordt in mindering ge bracht op het verschuldigde lesgeld. 3. Aangifte en toelating van leerlingen in de loop van een cursus -• Li llO "tl 1 fiRin'Pnar»] 0 o -p k 1 'i vet li U(j| :uïnto"i- V°0r SOVOr daarvoor binnen l^t lesurenschema Het bestaande tweede lid wordt genummerd "4" on wordt gelezen als volgt: "4. Be directeur beslist, mot inachtneming van hetgeen is gesteld in het eerste, tweede en derde lid en met inachtneming van door Burgemeester en Wethouders verstrekte richtlijnen, omtrent do toe lating van leerlingen, onverminderd het bei eerste lid." paalde bij artikel 14 0. Hot bestaande dorde lid wordt genummerd "5" en wordt gelezen als volgt "5. Be directeur kan ten aanzien van een leerling, die wordt aangemeld voor de lessen volgens de individuele methode of voor ensemble- lessen en die de leeftijd van tien jaar nog niet hooft bereikt, hoi bezit eisen van eon gotuigschriftals bedoeld in artikel 5- Artikel 17. )ezo verordening treedt heden in werking. aldus vastgesteld in do openbare vergadering van b o Cretans RAPPORT van de Raadscommissie ter bestudering van de tarifiëring van de lesgelden van het Gemeentelijk Muziekinstituut, INSTELLIITC- EN S AI MISTELLING. Naar aanleiding van het in de raadsvergadering van 30 juni 1969 gedane verzoek hebben Burgemeester en Wethouders de volgende raadsleden uitgenodigd in de Commissie zitting te nemen: W.S.P.P. de Leeuw J.P. Reehoorn K. V/ei de J. van der Zwaard. Laatstgenoemde heeft slechts dén vergadering van de Commissie bijge woond, omdat hij wegens vertrek uit de Gemeente bedankte als raadslid. In 2!ijn plaats hebben Burgemeester en Wethouders bij besluit van 29 januari 1970 benoemd: P. van der 7een. Be Commissie stond onder voorzitterschap van de V/ethouder van Onderwijs en werd bijgestaan door het hoofd van de afdeling Onderwijs en Culturele Za ken J.J, Oljans en twee ambtenaren van de afdeling Financiën en Belastingen: Y. Weidema en A.A. Renkema. TAAK. I-Iet instell fiëring van de 1 band met het bo meester en Wetho Be Commissi bewoordingen van zoek valt te lez problemen betrok exploitatie van immers de direct WERKWIJZE. en van een nader onderzoek naar de grondslagen voor de tari- esgelden van het Gemeentelijk Muziekinstituut, zulks in ver- luit van de Raad de terzake gedane voorstellen van Burge- uders van de agenda van 30 juni 1969 af te voeren, o heeft deze taak iets ruimer opgevat dan letterlijk uit de hot door de Raad aan Burgemeester en V/ethouders gedane ver en. Bij haar ondersoek heeft zij ook enige organisatorische ken, welke verband houden met de financiële lasten die de de school met zich meebrengt. Be stijging van die lasten was aanleiding tot de voorstellen tot tariefsverhoging. Be Commissie is in een zestal vergaderingen bijeen geweest. Yan de directie van de school en de desbetreffende secretarieafdelingen werden de meest recente gegevens ontvangen, In de voorlaatste bijeenkomst waren ter vergadering genodigd de directie en de Commissie van Toezicht op het mu ziekinstituut. Getracht is een tariefsysteem te ont\tferpen, dat enerzijds een zo hoog mogelijke opbrengst aan lesgelden geeft, teneinde een deel van de hoge kosten van do school te dekken, maar waarbij anderzijds is gestreefd naar het voor iedereen open houden van de mogelijkheid het muziekinstituut te bezoeken. Baarbij is aangesloten aan de praktijk, zoals die in de laatste jaren is gegroeid en zich in het lopende cursusjaar min of meer heeft ge consolideerd. CONCLUSIE EIT MOTIVERINGEN. 1. Lesgeld voor individuele lessen, a. De commissie is van oordeel, dat het geen bezwaar kan zijn, dat leer lingen van 19 jaar en ouder bij een wekelijks lesuur van 60 minuten een lesgeld van y 500,- per cursusjaar betalen, zij het met inachtneming van een "ontsnappingsclausule". In de meeste gevallen sullen deze leerlingen een eigen inkomen hebben of zijn de ouders in staat dit lesgeld te betalen. Dit ta rief ligt nog iets lager dan het tarief dat de leden van de Konink lijke Nederlandse Yereniging van Toonkunstenaars hanteren. Door het Hoofdbestuur van die Yereniging is een tarief geadviseerd van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 285