sm l_2h_ ■S£« •AWSMtfwi! :S'Jté "Si TV Verbeteren, verbreden en doortrekken van de Groeneweg tot aan de Noorderweg. Bijlage no. 67» Leeuwarden, 25 februari 1970* Aan de gemeenteraad. Bij het ontwerpen van het structuurplan voor de binnenstad, welk plan op 26 mei 1965 door de Raad is aanvaard als basis voor de toekomstige ont wikkeling van de binnenstad, is er van uit gegaan, dat het doorgaande ver keer buiten de binnenstad om dient te worden geleid en dat het gemotoriseer de verkeer, dat noodzakelijk in de binnenstad moet zijn, zo lang mogelijk aan de rand van de city moet worden gehouden. De toegang tot het centrum zal slechts op bepaalde met zorg gekozen punten kunnen worden toegelaten, opdat vanaf die punten op de meest directe wijze de gewenste bestemming kan worden bereikt. Dit uitgangspunt heeft -er toe geleid dat rond de bin nenstad een zgn. wegenvierkant is geprojecteerd, hetwelk vanaf de verschil lende invalswegen gemakkelijk bereikbaar dient te zijn. Het bovengeschetste zgn. tangentiele systeem stemt overeen met de in houd van het door het Ingenieursbureau voor Verkeerskunde te '-s --Gravenhage samengestelde rapport betreffende de opbouw van het hoofdwegennet in onze gemeente. Met dit rapport hebt U zich in hoofdzaak kunnen verenigen op 24 juni 1968. Tevens besloot U toen ons te machtigen tot een nadere uitwerking van een en ander over te gaan. In verband met het vorenstaande leggen wij U thans voor een door de directeur der Openbare Werken ontworpen plan tot realisering van een ge deelte van de noordelijke tangent van het wegenvierkant, t.w. een plan tot het verbeteren en verbreden van de Groeneweg (aansluitend op de Boterhoek), van een gedeelte van de Nieuweburen en van een doorbraak via de Wisses- dwinger naar de Noorderweg. Dit plan is uitgewerkt op de tekeningen, ge nummerd B-60-01A, B-60-02A, B-60-03A, B-60-04, B-6J-05 en B-60-0Ó, welke ter inzage zijn gelegd. Wij mogen IJ voor het verkrijgen van een duidelijk beeld van de voorgenomen verbeteringen kortheidshalve naar deze tekeningen verwijzen. Ter oriëntatie diene nog het volgende. Voor de verharding van de rijwegen is gerekend met een asfaltverhar ding, bestaande uit een 13 cm dikke fundering van grindasfaltbeton op een 45 cm dik zandbed, een tussenlaag van 3 cm grofdichtasfaltbeton en een deklaag van fijndicht asfaltbeton ter dikte van 3 cm. Waar dit noodzakelijk is wordt uiteraard een nieuwe riolering gelegd, passende in het plan voor de centrale riolering. Op de terreingedeelten, die niet door rijwegen en trottoirs in beslag worden genomen, zal plantsoen worden aangelegd. Bij de aansluiting van de Doelestraat op de nieuwe weg ontstaat een driehoekig pleintje, waarop enige parkeerruimte is ontworpen. Bij het ontwerpen van het kruispunt Groeneweg-Schoenmakersperk is re kening gehouden met de belangrijke functie, welke aan het Schoenmakersperk is toegedacht. Als gevolg hiervan is het noodzakelijk, dat een gedeelte van de Perkschool wordt geamoveerd. Ook zal aldaar een klein gedeelte van de Prinsentuin voor wegverbreding in beslag worden genomen, doch deze op pervlakte wordt ruimschoots gecompenseerd door de toevoeging aan de Prinsentuin van de terreinstrook, gelegen ten oosten van het Tournooiveld Du aansluiting op de Noorderweg is zodanig ontworpen, dat deze weg als doorgaande route is op te vatten. Voorts is er rekening mee gehouden, dat het verkeer op dit kruispunt, evenals bij de kruising met het Schoen makersperk op den duur door middel van verkeerslichten wordt geregeld. Bij de bepaling van de breedte van de opstel stroken is rekening gehouden met opstelmogelijkheden voor fietsers. Geleidingsstrepen en voorsorteerpijlen zijn niet op de tekeningen aangegeven, doch deze zullen uiteraard wel wor den aangebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1970 | | pagina 54