No. 4011.
DE RAAD DER GEMEENTE LEE WARDEN
Gelezen een op 19 februari 1970 ingekomen verzoek van hot
bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van
Scholen met de Bijbel te Huizum (Fr.) om medewerking, als bedoeld
in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 voor het .aanschaffen
van nieuwe schoolborden ten behoeve van de onder zijn bestuur staande
school voor gewoon lager onderwijs, de J.W. Frisoschool, Carel
Fabritiusstraat 21, alhier;
overwegende, dat uit een onderzoek is gebleken, dat de thans
aanwezige schoolborden gebreken vertonen, welke niet meer te herstel
len zijn, doordat enkele onderdelen hiervoor niet meer verkrijgbaar
Z3_n
dat schoolborden tot het meubilair behoren, zodat het schoolbe
stuur voor de vervanging van de schoolborden een Deroep kan doen
op medewerking, als bedoeld in artikel ]2 van de Lager-onderwi jSW© fe
1920
dat door inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden cHrefschreden
dat het verzoek voldoet aan de in artikel 79 der wet gestelde
eisen;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders, d.d.
18 maart 1970 (bijlage no. 81
BESLUIT:
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretari
Salarismaatregelen per 1 januari 1970.
Bijlage no. 82. Leeuwarden, 18 maart 1970.
Aan de Gemeenteraad,
Bij circulaire van 23 december 1969, no. AB69/U3252, heeft de Staats
secretaris van Binnenlandse Zaken mededeling gedaan van de per 1 januari
1970 voor het burgerlijk rijkspersoneel getroffen salarisvoorzieningen.
De Regering heeft in het kader van het geldende bezoldigingsbeleid
(het zogenaamde trendbeleid) besloten het burgerlijk rijkspersoneel per 1
januari 1970 voor een algemene salarisverhoging van 4in aanmerking te
brengen.
Ofschoon de centrales van overheidspersoneel in het rijksoverleg op
zichzelf, na een toezegging van de Staatssecretaris dat per 1 mei 1970 een
"bijstelling" zal plaatsvinden, wanneer de loonontwikkeling in het bedrijfs
leven in het eerste kwartaal van 1970 hiertoe aanleiding zou geven, geen
bezwaar hadden tegen het voorgestelde percentage, gingen zij niet akkoord
met het resultaat van de besprekingen van het door die centrales aan de
orde gestelde complex van maatregelen. Dit complex hield, naast de salaris
verhoging voor 1970 in het kader van het trendbeleid., in, een verhoging van
het minimum-vakantieverlof voor het rijkspersoneel tot 17 dagen, een verder
gaande arbeidstijdverkorting, een verhoging van het zogenaamde franchise-
bedrag" (vrije voet bij het pensioenpremieverhaal)een nader vast te
stellen verhoging van het grensbedrag, dat geldt voor de pensioenberekening
van 2°/o per dienstjaar, alsmede een (geblokkeerd) uitkeringsregelingdie
als eerste stap op de weg naar het zogenaamde "spaarloon" zou moeten gelden.
Blijkens de bij de stukken gevoegde aanbeveling van het Centraal
Orgaan hebben de centrales van overheidspersoneel in het overleg met het
Centraal Orgaan verklaard, dat zij zich, onder handhaving van de in het
rijksoverleg door hen ingenomen afwijzende houding inzake het regerings
standpunt ten opzichte van bovengenoemd complex van maatregelen, om prak
tische redenen in de gegeven situatie niet zullen verzetten tegen de door
voering door de gemeentebesturen van genoemde salarismaatregel.
Het ligt naar onze mening dan ook voor de hand, dat de per 1 januari
1970 voor het rijkspersoneel getroffen salarisvoorzieningen op overeen
komstige wijze worden toegepast voor het daarvoor in aanmerking komende
personeel dezer gemeente. Hiertoe dient de Bezoldigingsverordening i960 te
worden gewijzigd.
Gelet op het vorenstaande en onder mededeling, dat de plaatselijke
commissie voor Georganiseerd Overleg zich met de thans voorgestelde wijzi
gingen van de Bezoldigingsverordening i960 heeft verenigd, stellen wij U
voor te besluiten tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit.
Ofschoon de vaststelling van de Vakantieregeling tot onze competentie
behoort, vermelden wij volledigheidshalve nog dat wij omtrent een eventuele
wijziging zo spoedig mogelijk overleg zullen plegen met de plaatselijke
commissie voor Georganiseerd Overleg.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester,
de Jong Secretaris,