Verhuren van grond, gelegen aan de Van Loonstraat, aan de Coöp. Inkoop
vereniging Oostergo u.a., alhier.
Bijlage no. 275» Leeuwarden, 19 augustus 1970'
Aan de Gemeenteraad.
Ons voorstel van 8 april j.l-, Bijlage no. 117» betreffende het ver
huren van een perceel grond, gelegen aan de noordzijde van de Van Loon
straat, aan de Coöp. Inkoopvereniging Oostergo u.a.., alhier, hebt U in
Uw vergadering van 20 april d.a.v. verworpen, omdat IJ uit welstands
overwegingen bezwaar had tegen de situatie, zoals die ter plaatse naar Uw
mening na verhuur van de terreinstrook zou ontstaan.
In verband met het vorenstaande hebben wij met de direkteur van de
Coöperatieve vereniging en met haar architect overleg gepleegd, teneinde
te trachten voor de gerezen moeilijkheden een bevredigende oplossing
te vinden. Dit overleg heeft er toe geleid, dat de vereniging zich bereid
heeft verklaard het gehele open terrein langs de Van Loonstraat af te
scheiden deels door een ijzeren hekwerk ter hoogte van 2,50 m en deels
door een stenen muur, hoog 2,75 Eenzelfde afscheiding zal worden gemaakt
langs de oostzijde van het terrein. Een en ander is op een ter inzage
gelegde tekening aangegeven. Daaruit blijkt tevens, dat aan de zijde van
de Van Loonstraat twee ingangen zijn gecreëerd, waarvan de meest oostelijke
moet dienen voor het verkrijgen van een toegang naar het noordelijke ge
deelte van het terrein, dat nog zal worden uitgebreid met een gedeelte
van het aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen toebehorende aangrenzende
perceel. Dit betekent, dat de strook langs de oostelijke terreinafscheiding
niet gebruikt zal worden voor het opslaan van emballagemateriaalOverigens
ligt het in de bedoeling in het vervolg al het emballagemateriaal op te
slaan achter de omheining. Het geheel krijgt daardoor een netter aanzien
en bovendien wordt daardoor een beter beheer mogelijk gemaakt. De strook,
gelegen tussen de Van Loonstraat en de bebouwing op het terrein van de
vereniging kan dan geheel als parkeerruimte worden benut. Zulks komt de
verkeerssituatie in de Van Loonstraat, die thans menigmaal dienst moot
doen voor het tijdelijk parkeren van grote vrachtwagens van het onderhavige
bedrijf, zeker ten goede.
Wij zijn van mening, dat bij verhuur van het thans gevraagde perceels
gedeelte en bij uitvoering van de plannen, zoals die hiervoren zijn om
schreven, een situatie zal ontstaan, die een belangrijke verbetering be
tekent van de tegenwoordige, dikwijls rommelige en voor het verkeer in de
Van Loonstraat gevaarlijke toestand.
Overigens merken wij nog op, dat het gestelde in de bedingen 4 en 7
van de ontwerp-huurovereenkomst naar ons oordeel in voldoende mate de na
koming door de huurster van de met haar gemaakte afspraken waarborgt.
Op grond van het vorenstaande geven wij U nogmaals in overweging te
besluiten overeenkomstig het ontwerp (met het daarbij behorende contract),
gevoegd bij ons voorstel van 8 april 1970, bijlage no. 117-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.