- 2 -
Verder hebben wij de heer Bound or gewezen op het feit dat het krachtens
artikel 352, lid 2, van de Bouwverordening, behoudens ontheffing van ons col
lege, verboden is bouwwerken en hun aanhorigheden te gebruiken in strijd mei
de bestemming, die zij blijkens hun constructie dan wel inrichting hebben.
Hiervan hebben wij de bewoners van de Bisschopstraat bij briefd.d. 6
juli 1970 op de hoogte gesteld en hieraan toegevoegd, dat indien de heer
Beunder het pand in de toekomst zou willen gaan gebruiken als reparatiewerk
plaats voor auto's, hij hiervoor een vergunning ingevolge de Hinderwet zou
moeten aanvragen, zulks nog afgezien van het feit dat de heer Beunder dan
ook ontheffing nodig zal hebben van het reeds aangehaalde artikel 352, lid
2, van de Bouwverordening»
Uit het naar aanleiding van de onderhavige brief van de bewoners inge
stelde onderzoek is gebleken dat de begane-grondverdieping van het pand niet
wordt gebruikt als reparatiewerkplaats voor auto's en dat de heer Beunder
niet voornemens is een verzoek om een vergunning, ingevolge de Hinderwet
c.q. bedoelde ontheffing van artikel 352, lid 2 van de Bouwverordening in
te dienen.
Bij dit onderzoek is wel gebleken dat de begane-grondverdieping wordt
gebruikt voor het opslaan van nieuwe kachels. Wij hebben de heer Beunder
inmiddels aangeschreven deze kachels te verwij deren.
Onzes inziens is er thans geen aanleiding tot een verder ingrijpen ven
onze kant. Desalniettemin zullen wij de ontwikkeling met aandacht volgen en
zo nodig tot verdere maatregelen overgaan.
Gelet op het vorenstaande geven wij U in overweging het schrijven van
ue bewoners van de Bisschopstraat voor kennisgeving aan te nemen, en ons td
machtigen het vorenstaande ter kennis van adressanten te brengen.
Een exemplaar van dit pré-advies hebben wij de appellanten doen toeko-j
men.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Beschikbaarstellen van een krediet voor het ontwerpen van een ontwikkelings
plan voor het gebied van het station-N3 en omgeving.
Bijlage no. 316. Leeuwarden, 9 september 1970.
Aan de Gemeenteraad.
In verband net het feit, dat het bestaande autobusstation aan de Zui
dersingel niet meer voldoet aan de eisen, welke in de tegenwoordige tijd
aan een dergelijk station dienen te worden gesteld, zijn door de N.V. Ne
derlandse Spoorwegen in overleg met de Dienst der Openbare Werken van onze
gemeente plannen ontwikkeld om te komen tot een reorganisatie van de inrich
ting van het terrein van het autobusstation en van de op dit terrein aan
wezige opstallen.
De bovenbedoelde plannen verkeerden reeds in een gevorderd stadium
toen ook de laatste van do vier autobusbedrijven, die lijnen exploiteren
welke in Leeuwarden hun begin- en eindpunt vinden, door NS word overgeno
men. Dit heeft or too geleid, dat kortgeleden door NS een onderzoek word
ingesteld naar de mogelijkheden van integratie van deze thans tot hot NS-
soncorn behorende bedrijven. Hot bedoelde onderzoek voerde tot de conclusie,
dat dc spreiding van do beschikbare vestigingen oen onpraktische werkwijze
tot gevolg heeft en dat een centralisatie van allo activiteiten van groot
belang zal zijn voor een rationele bedrijfsvoering.
Do vorcngoschetste ontwikkeling hooft bij NS twijfel doen ontstaan
ontrent de juistheid van de reorganisatieplannen, zoals die in een eerder
stadium waren opgezet. Mot name vraagt men zich af, of een uitvoering van
dc-zc plannen nog wel een optimale oplossing voor de onderscheidene zich
thans voordoende problemen zal betekenen.
Deze godachtongang vormde voor ITS aanleiding do problematiek, verbon
den aan een noodzakelijk geworden reorganisatie van hot autobusvervocr hier
ter stede, aan ons College voor tc leggen, mot de vraag of het geen aanbeve
ling verdient deze aangelegenheid in breder verband te bezien. NS denkt
daarbij niet alleen aan de vraagstukken van het openbaar vervoer en de daar
voor nodige outillage, maar ook aan de opstelling van een ontwikkelingsplan
voor hot station-NS en omgeving, waardoor oen ruimer inzicht kan worden
verkregen in dc mogelijkheden, welke hier kunnen worden geschapen.
Wij kunnen deze godachtcngang van NS wel volgen en zijn van oordeel,
dat het gemeentebelang stellig is gediend met een aanvaardbaar en op de
toekomst gericht plan met betrekking tot de bestemming van de in dc onmid
dellijke en wijdere omgeving van het station-NS gelegen gronden. Dn.-i-rbij
donken v;ij niet in de laatste plaats aan hot gebied ton zuiden van do spoor
lijn. Verder dient daarbij zeker aan de orde te komen dc aanlog van de wou
tolijke binnens tads tangent en de voortzetting daarvan in zuidelijke riclit-
ting, de parkeersituatie in hot gebied om 01. bij het station-NS, hot ge
bruik van hot stationsemplacomonthet inpassen van hot stationsgebouw, het
postgebouw en het gebouw van Van Gcnd en Loos in hot geheel kortom do ont
wikkeling van hot gehele gebied van hot stat Lon-ITS en omgeving.
Met NS zijn wij van oordeel, dat het aanbeveling verdient het samen
stellen van oen dergelijk ontwikkelingsplan cp tc dragen aan con in onder
ling overleg tussen ITS on do gemeente aan te vijzen projectontwikkelings-
bureau en dat do opdracht zal moeten omvatten het opstellen van oen schets-
plan op basis van door alle betrokkenen te stollen eisen. Uiteraard zal
daarbij ten behoove van dc van gemeentezijde tc stellen eisen nauw overleg
moeten worden gepleegd met de door dc gemeente aangetrokken stedebouwkundigc
adviseur en de vorkeersdeskundigealsmede de D:enst der Openbare Werken
onzer gemeente.