-2-
2. Ter bereiking van het in het eerste lid omschreven doel heeft het
automatiseringscentrum ondermeer tot taak:
a. het onderzoek en de voorbereiding van systemen;
b. het beheer en de exploitatie der systemen;
c. de bevordering van de voorlichting en de opleiding van functio
narissen, werkzaam in het kader van het in het eerste lid om
schreven doel.
3. Het automatiseringscentrum kan de informatieverwerking en informa
tieverstrekking, als bedoeld in het eerste lid, verzorgen ten be
hoeve van anderen dan de deelnemers.
4. De aan het automatiseringscentrum toevertrouwde gegevens zijn geheim.
Het dagelijks bestuur is niettemin bevoegd uit vorenbedoelde ge
gevens inlichtingen te verschaffen, indien en nadat de betrokken
deelnemer(s) c.q. anderen als bedoeld in lid 3 van dit artikel daar
mede tevoren schriftelijk hebben ingestemd, al dan niet onder be
paalde voorwaarden. Gehele of gedeeltelijke weigering van de ver
strekking van een of meer inlichtingen kan zonder opgaaf van redenen
geschieden.
5. De onder lid 4 van dit artikel verkregen inlichtingen mogen, behoudens
voorafgaande schriftelijke toestemming van het dagelijks bestuur,
door of vanwege de aanvrager niet worden gepubliceerd, of anderszins
bekend gemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch
ten behoeve van derden worden verwerkt.
Hoofdstuk 4.
Het algemeen bestuur.
Paragraaf 4.1.
De samenstelling van het algemeen bestuur.
Artikel 6.
1. Elk der deelnemers wijst een lid en een plaatsvervangend lid van
het algemeen bestuur aan. Voorzover de raad niet anders bepaalt
worden het lid en het plaatsvervangend lid aangewezen door burgemeester
en wethouders.
2. Tot lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kunnen alleen
worden aangewezen leden van de raad, burgemeesters en secretarissen
van de deelnemende gemeenten.
3. In het algemeen bestuur kan als adviserend lid en waarnemer zitting
hebben een door elk van de colleges van gedeputeerde staten van de pro
vincies Drenthe, Friesland en Groningen aangewezen vertegenwoordiger van
hun provincie. Met afwijking in zoverre van het bepaalde in de artikelen
8 en 9 dragen gedeputeerde staten zorg voor de aanwijzing van een nieuwe
vertegenwoordiger bij het openvallen van deze plaats.
Artikel 7.
1. Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het algemeen
bestuur zijn onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of
vanwege het automatiseringscentrum aangesteld of daaraan ondergeschikt.
Onder ambtenaar wordt mede verstaan hij, die op overeenkomst naar bur
gerlijk recht werkzaam is.
2. De artikelen 23, 24 en 26 van de gemeentewet en W 9 van de Kieswet zijn
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8.
1De leden en de plaatsvervangende leden hebben in het algemeen bestuur
zitting voor de duur van vier jaren, samenvallende met de zittingsperiode
van de gemeenteraad, met dien verstande, dat zij hun lidmaatschap of
plaatsvervangend lidmaatschap blijven bekleden, tot hun opvolgers zijn
benoemd
-3-
2. Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het al
gemeen bestuur eindigen bij de afloop van de zittingsperiode van
de gemeenteraad.
3. Het gemeentebestuur beslist binnen een maand na de aanvang van el
ke zittingsperiode van de gemeenteraad over de aanwijzing van een
lid en een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur. Aftre
dende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw als lid of
plaatsvervangend lid worden aangewezen.
4. Leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur, die de
hoedanigheid verliezen,op grond waarvan zij tot lid van het alge
meen bestuur zijn aangewezen, houden op lid onderscheidenlijk
plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur te zijn.
Artikel 9.
1. Indien buiten periodieke aftreding een plaats van een lid of van
een plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur openvalt, zorgt het
gemeentebestuur, dat het aangaat, ten spoedigste voor aanwijzing
van een nieuw lid c.q. plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur.
2. Tussentijds benoemde leden of plaatsvervangende leden treden af op
het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats zij benoemd zijn, had
moeten aftreden.
Paragraaf 4.2.
De werkwijze van het algemeen bestuur.
Artikel 10.
1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste eenmaal en voorts
zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oor
deelt, of tenminste een vijfde van het aantal leden dit, onder opgaaf
van redenen, schriftelijk verzoekt.
2. De artikelen 47 en 48 van de gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing
Artikel 11
1. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. Het is evenwel be
voegd met gesloten deuren te vergaderen, wanneer tenminste een vijf
de van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter het
nodig oordeelt. Artikel 49, derde en volgende leden, van de gemeen
tewet is van overeenkomstige toepassing.
2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een
besluit worden genomen over:
a. het vaststellen van de begroting;
b. het vaststellen van de rekening;
c. het wijzigen van deze regeling.
3. In een besloten vergadering kan geen besluit worden genomen over het
wijzigen van de begroting, het aangaan van geldleningen, het uitle
nen van gelden en het aangaan van rekening-courant-overeenkomsten.
4. Artikel 50, derde lid, van de gemeentewet is van overeenkomstige
toepass ing
Artikel 12.
1. Elk voor een deelnemende gemeente zitting hebbend lid van het alge
meen bestuur heeft in de vergadering één stem per 10.000 inwoners,
met dien verstande, dat het inwonertal naar boven wordt afgerond
tot 10.000 of een veelvoud daarvan.
2. Het algemeen bestuur besluit bij meerderheid van stemmen.
3. Het algemeen bestuur stelt voor zijn bijeenkomsten een reglement
van orde vast. Dit reglement houdt nadere regelen in omtrent de
stemmingen.