-2-
Deze aspecten hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ertoe
gebracht een stimulans te geven aan de ontwikkeling van de automatisering
bij de gemeenten in de richting van samenwerking in grotere verbanden.
Hierbij is gedacht aan verdeling van ons land in ongeveer 8 regio's
van elk minimaal 1 a lj miljoen inwoners, zulks om een verantwoord even
wicht te vinden tussen enerzijds de technische en financieel-economische
faktoren (toepassing van grotere computers met veel omvangrijker mogelijk
heden; grootst mogelijke benutting van de apparatuur; beschikbaarheid van
deskundig personeel, mede met het oog op de verdere systeemontwikkeling;
lagere kosten per produktie-eenheid bij toepassing van grote computers) en
anderzijds de bestuurlijke en organisatorische facetten (behoefte aan mede
zeggenschap van de gemeenten in het beheer van de centra, waardoor de om
vang van het gebied een begrenzing vindt; geografische afstand tussen ver
werkingscentrum en informatiegebruiker).
Teneinde leiding te geven aan de beoogde ontwikkeling en deze te sti
muleren is in 1968 met medewerking van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten een landelijke stichting tot ontwikkeling van de automatisering bij
de gemeenten (S.O.A.G.) in het leven geroepen. Deze stichting heeft, in
nauwe betrekking, o.a. tot reeds opgerichte of nog te constitueren gemeen
telijke samenwerkingsverbanden, vooral een taak op het gebied van de ont
wikkeling en de coördinatie van geautomatiseerde systemen en -programma's
voor de gemeenten. Elk van de samenwerkingsverbanden wijst een lid van het
algemeen bestuur van de S.O.A.G. aan.
In het kader van het hiervoren genoemde streven naar regionale samen
werking hebben de afdelingen Groningen, Friesland en Drenthe van de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten begin 1968 een commissie ingesteld, aan
welke commissie de opdracht werd gegeven een onderzoek in te stellen inzake
de door de gemeenten in genoemde provincies te nemen bestuurlijke en tech
nische maatregelen in het belang van de automatisering van de overheids
administraties en de bestuurlijke informatie, met inbegrip van het doen
van voorstellen tot het treffen van een samenwerkingsregeling.
Deze commissie heeft in mei 1970 een definitief voorstel gedaan onder
overlegging van een ontwerp-gemeenschappelijke regeling voor de oprichting
van een Centrum voor Automatisering in Noord-Nederland.
Dit voorstel is in een bijeenkomst met afgevaardigden van zeer vele
gemeentebesturen, gehouden op 12 juni j.l., besproken en heeft daarbij een
zeer positief onthaal gevonden.
Het voorstel gaat er in beginsel van uit dat alle gemeenten in
het noorden des lands aan de regeling zullen kunnen deelnemen en dat
verwacht mag worden, dat dit in afzienbare toekomst ook volledig of
nagenoeg volledig het geval zal zijn.
Hierdoor ontstaat een regio met een inwonertal van 1.300.000
inwoners
Deze omvang is enerzijds groot genoeg om te kunnen komen tot een
efficiënte exploitatie van een regionaal automatiseringscentrum en
anderzijds dusdanig dat de geografische afstand tussen verwerkings
centrum en informatiegebruiker aanvaardbaar is.
Blijkens bij de commissie ontvangen mededelingen van gemeente
besturen kan er op worden gerekend, dat reeds direct een groot aantal
gemeenten, met een inwonertal van plm. 1.000.000, aan de regeling zal
deelnemen.
Het moet voor het gehele noorden van groot belang worden geacht,
dat ook in dit landsdeel zo spoedig mogelijk een centrum wordt ge
sticht, waar de automatiseringswerkzaamheden van de gemeenten ter hand
genomen worden.
De commissie is tot de conclusie gekomen, dat het om praktische
redenen - in het bijzonder het tekort aan deskundig personeel - niet
raadzaam resp. niet mogelijk moet worden geacht om terstond van de
grond af met een volkomen op zichzelf staand, volledig geëquipeerd,
automatiseringscentrum te starten. In dit verband zijn een aantal
maatregelen voorgesteld, die tot doel hebben de ontwikkeling van deze
zaak zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Een gelukkige faktor voor de opbouw van een eigen centrum zal zijn
de mogelijkheid tot overneming van het bestaande automatiseringscentrum
van de gemeente Groningen door het nieuwe regionale automatiserings
centrum. Hierdoor komt reeds direct de nodige apparatuur en know-how
ter beschikking, waarop kan worden voortgebouwd.
Daarnaast heeft de commissie voorbereid en in beginsel overeen
stemming bereikt omtrent een met de n.v. D.O.A. te Alphen aan de Rijn,
een dochteronderneming van de n.v. Samson, te sluiten tijdelijke sa
menwerkingsvorm, waarin onder meer zal zijn opgenomen, dat deze n.v.
haar kennis, ervaring en apparatuur aan het regionaal automatiserings
centrum ter beschikking stelt.
In de derde plaats heeft de commissie zich op het standpunt ge
steld - en dit aan de S.O.A.G. medegedeeld - dat het, zolang het eigen
automatiseringscentrum nog in de aanloop- en oprichtingsfase verkeert,