•1 JT\ *%dMliS. w
A™ V^siVf mtr-JkLr
Samenwerking met het agrarische bedrijfsleven,
Bijlage no. 210.
Leeuwarden, 10 juni 1970
Aan de Gemeenteraad.
De Gewestelijke Raad voor Friesland van het Landbouwschap heeft zich tot
U gewend door middel van een brief van 28 april 1970welke hierbij wordt
overgelegd, met het verzoek over te gaan tot de instelling van een agrarische
adviescommissie teneinde een georganiseerd overleg tussen het agrarische
bedrijfsleven en het gemeentebestuur te bewerkstelligen.
V/ij willen gaarne voorop stellen, dat wij het van belang achten dat
er - door middel van het houden van gezamenlijke besprekingen - tussen het
agrarische bedrijfsleven en het gemeentebestuur goede contacten worden
onderhouden.
Wij zijn echter van mening, dat het niet wenselijk is hiertoe een com
missie op grond van artikel 61 van de gemeentewet in te stellen. In dit ge
val ligt het accent namelijk meer op het overleg tussen een kategorale or
ganisatie en het gemeentebestuur dan op het uitbrengen van advies aan het
gemeentebestuur. De Gewestelijke Raad voor Friesland van het Landbouwschap
kan zich met deze zienswijze verenigen. Uit inmiddels gevoerd overleg is
voorts gebleken, dat die Raad zich kan verenigen met de volgende gang van
zaken met betrekking tot in de toekomst te voeren overleg:
1. Voor het plaatsvinden van een bespreking van een gemeentelijke delega
tie met de georganiseerde landbouw zullen van beide zijden, zoveel moge
lijk van tevoren, onderwerpen worden opgegeven, welke voor de landbouw
van belang geacht kunnen worden.
Het zal afhangen van het gewicht en het aantal van de onderwerpen met
welke regelmaat dient te worden vergaderd.
2. Van de zijde van de Gewestelijke Raad voor Friesland van het Landbouw
schap zullen aan het gesprek deelnemen de in vorenbedoelde brief genoem
de personen.
Het verdient aanbeveling, dat in de gemeentelijke delegatie in elk geval
zitting heeft de Wethouder van Ruimtelijke Ordening, onder wiens leiding
het gesprek zou kunnen plaats vinden. Tevens wordt het van de zijde van
de georganiseerde landbouw op prijs gesteld, dat in de gemeentelijke de
legatie ook twee door de Raad aangewezen raadsleden worden opgenomen,
analoog aan hetgeen wij U bij het vorige agendapunt voorstelden met be
trekking tot het overleg met de verenigingen van dorpsbelangen.
3. Het is verder van belang, dat de ambtenaar, die is aangewezen voor het
contact met de besturen van de verenigingen van dorpsbelangen, tevens
als contactpersoon fungeert voor de georganiseerde landbouw, teneinde
ook hierdoor een zo groot mogelijke coördinatie te bewerkstelligen.
Hij zal de besprekingen bijwonen en zorg dragen voor de nodige verslagge
ving en voor de afwikkeling van aanhangig gemaakte zaken.
Wij stellen Uw Raad voor te besluiten overeenkomstig hetgeen wij in het vo
renstaande als ons standpunt naar voren hebben gebracht.
Voorts stellen wij voor dat een tweetal vertegenwoordigers van Uw laad
wordt aangewezen in de vergadering van 1 september a.s., tijdens welke di
verse benoemingen zullen moeten plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma
Burgemeester.
de Jong Secretaris.