T
fit S? 4** n
Yolgno. 29.
V/at denkt U ervan on via de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten er
bij het Rijk op aan te dringen on
aan steden net een bepaalde omvang
de salarissen van een aantal par-
keercontroleurs bij de vergoeding
voor de politie op te tellen?
Argumenten
a. Bij nauwlettende controle veel
bekeuringen, derhalve extra in
komsten voor het Rijk;
b. In gemeenten waar men niet aan
de toegestane politiesterkte
toekont, ontvangt nen ninder uit
de pot Doeluitkering Politie.
Uit deze pot kan het Ministerie
dus zeker soelaas voor het poli-
tietekort geven door de salaris
sen der aan te stellen parkeer-
controleurs te vergoeden.
Yolgno. 59.
1, Zijn de inkonsten via de parkeer-
controleurs voor de geneente?
Yolgno. 70.
1. Hoe kunnen de uitgaven Connissaris
van Politie veel lager worden ge
raamd dan de werkelijke uitgaven?
Yolgno. 72.
Waarom kont de salarispost van een
parkeerwachtervolgno206) hoger
uit dan die van een agent?
2. Er ligt nog steeds een raadsbesluit
tot het instellen van een functio
naris voor "reinigingspolitie"
Acht het College het niet alsnog
noodzakelijk tot uitvoering van dit
besluit over te gaan?
Wij zijn bereid er bij de Vereniging
van Nederlandse Geneenten op aan te
dringen de nodige aandacht te beste- 1
den aan het voorstel van vragensteller,c
Ook wij zijn van mening dat het juist
zou zijn de kosten van parkeercontro-
leurs, in de politiekostenvergoeding,
eventueel net een aparte norm, op te
nemen.
De opbrengsten van de parkeernoters
konen in de gemeentekas. De ontvangsten1
ter zake van de door de parkeercon-
troleurs uitgereikte betaalde waar- Q
schuwingen dienen afgedragen te worden
aan net Ministerie van Justitie.
Onder de uitgaven voor de Connissaris
van Politie over 1969 was tevens ver
antwoord de uitkering aan de oud-
connissaris wegens functioneel leef
tijdsontslag. Deze uitkering heeft
plaats tot het bereiken van de 65-
jarige leeftijd. Deze uitgaaf is met
ingang van 197"! komen te vervallen.
De lagere raming voor 1971 houdt hier
mede verband.
Op 8 juni 1966 werd een krediet uitge- 1
trokken voor de aanstelling van een
reinigingspolitienan bij de Dienst voor
Reiniging en Brandweer. Op 7 augustus
1967 deelden wij de Raad mede, dat
voorlopig werd afgezien van de aan-
stelling van deze functionaris, ener
zijds omdat één persoon voor het be
oogde doel ontoereikend moet worden ge
acht mede gelet op elders opgedane
ervaringen), anderzijds omdat verwacht