-WS&MiS
- 61 -
DIENST VOOR REINIGING EN
BRANDWEER
Daaron werd besloten het pand niet
af te breken, naar het voorlopig
dicht te spijkeren en net de afbraak
te wachten tot dat neerdere panden
aldaar zijn aangekocht en kunnen worden
afgebroken.
Het opnieuw bewoonbaar naken van het
pand Bisschopstraat no. 1 zou hoge,
niet verantwoorde kosten net zich nee- 1
brengen.
1. Is het niet nogelijk on gefaseerd
de Dienst voor de Reiniging tot
een sluitende exploitatie te brengen?
Kunnen B. en W. hiervoor in 1971
net een plan konen?
De dienst voor Reiniging en Brandweer
heeft op het gebied van de reiniging
diverse taken. Van een aantal taken
blijven de kosten zonder neer voor
rekening van de geneente, zoals voor
het ledigen van straatkolken, het
reinigen van urinoirs, de straatveeg-
dienst, de winterdienst en dergelijke.
Voor enkele andere werkzaanheden
wordt zoveel nogelijk een kostprijs-
dekkend tarief geheven, bijvoorbeeld
bij het ophalen van bedrijfsvuil door
niddel van laadkisten, het ledigen van
beerputten enz. Ook bij de privaat-
tonnendienst zijn de rechten in be
ginsel kostprijsdekkend; voor perce
len, de geamoveerd of gerenoveerd
zullen worden, wordt evenwel een la
ger tarief toegepast.
Voor de huisvuildienst worden rechten
geheven, die slechts ten dele de kos
ten dekken.
Er wordt steeds naar gestreefd, dat
de kosten voor ongeveer 60°/o door de
rechten worden gedekt. Een verder
gaande dekking zou overwogen kunnen
worden.
Na het tot stand konen van de vuilver
brandingsinstallatie en de nieuwe
dienstgebouwen, waardoor respectievelijk
de verwerkingskosten en de huisvestings
kosten zullen stijgen, zal de hoogte
van de rechten opnieuw noeten worden
bezien.
2. Tariefsverhoging Reiniging is voor
Dij onverklaarbaar.
Minder tonnen, eenmaal in plaats
van t\-jee naai per week ophalen van
huisvuil, werkt toch kostenbespa
rend, daarbij minder personeel.
Vermindering van het aantal privaat-
tonnen heeft tot gevolg, dat de vaste
kosten op een geringer aantal eenheden
drukken, terwijl voorts de voortduren
de stijging van personeelslasten een
kosten-verhogende invloed heeft.
Ten aanzien van de huisvuilrechten
merken wij op, dat in 1970 tot een
belangrijke verhoging van deze rechten-
had noeten worden besloten ware het
niet dat door de invoering van plastic
zakken een kostenbesparing kon worden
bereikt. Sinsdien zijn evenwel de
personeelslasten, de afvoerkosten e.d.
«PA L 'M :M*.
.ja*