üS ">r aar.^Hi w? msmr
-64-
ALGEMENE DIENST
Hoofdstuk II.
Algemeen.
1. Moet de afdeling Personeelszaken
niet eon duidelijkeren zelfstan
diger karakter krijgen, dan nu
het geval is? Hoe is dat in de
vergelijkbare gemeenten?
2, Is het waar, dat er enige onrust
leeft bij het personeel van de be
trokken diensten over het zgn. or
ganisatieonderzoek?
Acht het College het juist, dat
sommige ambtenaren geregeld en voor
lange tijd voor het geven van in
formaties (soms over details en
dat in dit stadium) uit hun werk
gehaald worden?
Wat is op dit moment de concrete
situatie (resultaten en perspec
tieven) van bedoelde onderzoeken?
Wij zijn van mening, dat dit onder de
huidige omstandigheden niet nodig is.
In de aanbiedingsbrief, behorende bij
de ontwerp-begroting voor het dienst
jaar 1970 hebben wij meegedeeld, dat
het raadgevend/efficiency bureau Bos
boom en Ilegener n.v. is ingeschakeld
voor;
a. hulp bij de opbouw van de organi
satiestructuur van de Dienst voor
Gezondheidszorg;
b. het instellen van een organisatie
onderzoek bij de Sociale Dienst en
c. hat instellen van een onderzoek
naar de meest wenselijke directie
structuur bij de Energiebedrijven.
De directeur van de Sociale Dienst
heeft enige malen kenbaar gemaakt,
dat er bij het personeel van zijn dienst
enige onrust bestaat over eventuele
gevolgen van het onderzoek. Naar onze
mening volkomen ten onrechte, omdat met
de belangen van het personeel vol
doende rekening is en wordt gehouden.
Het is inhaerent aan een organisatie
onderzoek, dat sommige ambtenaren gere
geld moeten worden ingeschakeld bij
het onderzoek en daarvoor hun normale
werkzaamheden moeten onderbreken. V/ij
onderkennen de hieraan verbonden be
zwaren voor een zwaar belaste dienst
zeer wel, doch wij en ook de directeur
van de dienst, achten de inschakeling
van het personeel onvermijdelijk en
in het belang van het onderzoek.
Het ligt in de bedoeling de stand van
zaken m.b.t. het onderzoek bij de
Sociale Dienst in de raadsvergadering
van 22 februari a.s. aan de orde te
stellen.
3. Uit de personeels statistiek per 1
januari 1970 is het tekort aan per
soneel niet na te gaan. Is het moge
lijk hieromtrent per afdeling een
overzicht te geven?
5 en 4.
Het antwoord op deze vragen is opge
nomen in bijlage 2 bij dit verslag,