rm--
i
I
- 89
5. Met waardering is op biz. 41 van de
aanbiedingsbrief kennis genomen van
de plannen welke er zijn met be
trekking tot de bouw van vakantie
bungalows t.b.v. minder-validem
a. heeft het College inzicht in de
kwantitatieve behoefte welke
er in de gemeente Leeuwarden-
bestaat?
b» ziet het College deze voor
ziening eventueel in een ruimer
kader, zodat ook lichamelijk
gehandicapten van elders
gebruik kunnen maken van deze
voorziening?
c. Is het College ook van mening,
dat er nog andere voorzieningen
nodig zijn om ook in de recrea
tiesfeer de integratiemogelijk
heden van de lichamelijk gehan
dicapten te vergroten? Te denkon
valt hierbij aan een beschermde
vissteiger, een schuilgelegen-
heid, een geasfalteerd plateau
voor spel- en sport en gazons
welke niet afhellen naar de
vijvers? Wordt er ook aan
gedacht om eventueel het zwem
bad Kleine Wielen zo te ver
anderen, dat hier een bassin
zo wordt aangepast, dat ook
ernstig lichamelijk gehandi
capten hiervan gebruik kunnen
maken?
Wij hebben nog geen inzicht in de
kwantitatieve behoeften welke
er in de gemeente Leeuwarden voor
dit soort voorzieningen bestaan.
Leze voorziening zal naar onze
mening ook moeten fungeren voor
gehandicapten van buiten de
gemeente Leeuwarden.
In de programmering van de deel-
plannen van dit recreatiegebied
houden wij inderdaad rekening
met de integratiemogelijkheden
van de lichamelijk gehandicapten.
Laarbij wordt onder meer regel
matig kennis genomen van de inhoud
van het in 1970 verschenen rapport
"Openluchtrecreatie en gehandicap
ten", uitgebracht door de beraads-
groep Openluchtrecreatie en
gehandicapten van de Stichting
Recreatie
6. Er zijn in Rotterdam en Amsterdam
grote, luchtgevulde, uit slijtvast
materiaal gemaakte rubberhallen
in gebruik genomen. Kan zo!n
luchthal in de herfst- en voor
jaarsperiode niet voor het
zwembad "Hijlan" gebruikt worden?
Bezwaren van fundering otc.
vervallen dan.
Technisch gezien zou een over
kapping bovon het diepe bassin
van het zwembad ïïijlan wel mogelijk
zijn, maar de situatie van de
kleedcabines ten opzichte van het
bad maakt, dat een dergelijke
voorziening zeer kostbaar en o.i.
in de praktijk niet uitvoerbaar
zal zijn.
Wij verwijzen U overigens naar
ons antwoord op dezelfde vraag
in het verslag van 1968, pagina
54? vraag no. 8, en het verslag
van 1969, pagina 66, vraag
no. 333.