No. 19078.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN j
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
23 december 197O (bijlage no. 10);
BESLUIT s
aan de kerkvoogdij der Hervormde Gemeente Leeuwarden, Achter de Grote
Kerk 17 te Leeuwarden, voor de restauratie van de Grote of Jacobijner-
kerk aan het Jacobijner Kerkhof een subsidie in uitzicht te stellen
ten bedrage van 487.500',— zijnde 32-g$ van de door de Minister
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk als subsidiabel aan
vaarde restauratiekosten, welke worden geraamd op 1.500.000,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
v. A
Preadvies naar aanleiding van een adres van de heer B. Ondersteyn, waarin
wordt gevraagd om verlaging van de bustarieven voor bejaarden (65+ers).
Bijlage no.. 11. Leeuwarden, 23 december 1970.
Aan de Gemeenteraad.
Op de mededelingenlijst voor de raadsvergadering van 2 november j.l.
zegden wij U toe om, na ter zake verkregen advies van de Commissie voor de
Stadsautobusdienst, nadere informatie te verstrekken omtrent het door de
heer B. Ondersteyn ingediende verzoek tot invoering van een speciaal
bejaardentarief voor passagiers van de. stadsautobusdienst.
In de zomer van 1968 werd van de heer Ondersteyn een aan U gericht
adres ontvangen, waarin, naast enkele andere punten, de onderhavige kwestie
eveneens aan de orde werd gesteld. Dit adres heeft TI in Uw vergadering
van 12 .augustus 1968 aanleiding gegeven tot een uitvoerige discussie,
aan het eind waarvan U besloot het adres, voor kennisgeving aan te nemen.
Met betrekking tot het laatste adres hebben wij inmiddels het advies
van de Stadsautobusdienstcommissiè ontvangen.
De commissie merkt op, dat de laatste jaren het bejaardentarief bij de
Neaerlandsche Spoorwegen gemeengoed is geworden. Zij stelt echter nadruk
kelijk vast, dat de verhoudingen daar geheel anders liggen dan bij de
autobusmaatschappijen. Het betreft hier niet alleen een kwestie van schaal.
Voorop staat, dat de Spoorwegen bij invoering van het bejaardentarief
voornamelijk commerciële overwegingen hebben doen gelden. Bij do enkele
stadsautobusdiensten, die een 'bejaardentarief hebben, is dit zeker niet
het geval geweest. Uit zeer recente, door de N.V. Nederlandsche Tramweg
Maatschappij ingewonnen, informaties is gebleken, dat slechts in Groningen
en Nijmegen een speciaal bejaardentarief van kracht is. Voorts kent men
in Amsterdam nog een verlaagd tarief v'oor diverse groepen, waaronder
bejaarden. In al deze gevallen is echter een beperking aangebracht in die
zin, dat gedurende bepaalde uren van het verlaagde tarief geen gebruik
kan worden gemaakt.
Uit het hiervoor vermelde blijkt, dat de opmerking van de heer Onder
steyn, dat thans in alle gemeenten met stadsautobusdiensten een bejaarden
tarief geldt, bepaald niet juist is. Ook is gebleken, dat een bojaarden-
tarief bij do betrokkenen zelf niet steeds weerklank vindt. Zo is dit
tarief te Enschede binnen twee jaar na vaststelling wegens gebrek aan
belangstelling weer opgeheven.
De commissie is van oordeel, dat de kwestie van eventuele tariefre-
ductio niet een specifiek punt voor bejaarden is. Er valt dan evenzeer te
denken aan gezinnen met het minimum-loon, invaliden en dergelijke. Zij zou
derhalve, indien inderdaad zou moeten worden overgegaan tot het verlenen
van een reductie op de tarieven, het meest geporteerd zijn voor het in
Amsterdam toegepaste systeem. De commissie heeft hiertegen vooralsnog
echter ernstig bezwaar. Nog afgezien van de financiële consequenties zou
invoering van een systeem van verlaagde tarieven zeker leiden tot ernsti
ge moeilijkheden voor de exploitatie van de autobusdienst, aangezien de
reeds zwaar belaste chauffeurs meer tijd voor controle nodig zullen hebben.
Zij adviseert dan ook voorsho.nds geen gevolg te geven aan het verzoek van
adressant.