rsmT
- A -
Maatschappelijk 'vlerk voor geestelijk gehandicapten.
De gemeente Leeuwarden subsidieert deze provinciale stichting met een
bedrag van 10,-- per behandelingsgeval van Leeuwarder ingezetenen, hetgeen
neerkomt op ongeveer 1.400,-- per jaar. Het Stichtingsbestuur heeft ver
zoeken ingediend, zowel in 1970 als in 1971 om het subsidie te bepalen op
9 cent per inwoner (voor Leeuwarden 8.000,
Het verzoek voor 1970 werd voorlopig aangehouden in verband met het on
derzoek van de werkgroep subsidievraagstukken van de afd. Friesland van de
Vereniging van Nederlandse gemeenten en het Provinciaal Bestuur.
Inmiddels is er een nieuwe rijkssubsidieregeling voor dit werk afgekomen,
die terugwerkt tot 1 januari 1970. Daarnaast zijn de getroffen regerings
maatregelen inzake verschuivingen van subsidies naar het Rijk etc. ook op de
onderhavige regeling van toepassing, als gevolg waarvan het rijkssubsidie
met ingang van 1971 is bepaald op 90^ van do subsidiabele lasten. De Provin
cie verleent een subsidie van 10$>i De gemeente kan zich derhalve met ingang
van 1971 terugtrekken, hetgeen ook de bedoeling is van de verdubbeling van
het rijkssubsidie. Gemeentelijke subsidies terzake komen nu niet meer in
aanmerking voor de uitkering sociale zorg.
De instelling heeft haar verzoek om een subsidie van 9 cent, per inwoner
gehandhaafd, op grond van het feit, dat er niet-subsidiabele lasten moeten
worden gedekt. Uit de nadien ingezonden begroting blijkt echter, dat deze
ook zonder gemeentelijke subsidies sluitend kan worden gemaakt.
Afgezien hiervan echter zijn wij van mening, dat na de desbetreffende
maatregelen van de regering de gemeenten hier geen taak meer hebben. Het Rijk
heeft deze subsidiëring aan zich getrokken en is dan ook verder verantwoor
delijk. Een aanvullend subsidie ter dekking van niet-gesubsidieorde lasten
zou bovendien de in de rijkssubsidieregeling ingebouwde remmen krachteloos
maken.
In afwachting van nader ter beschikking komende gegevens is in de primitie
ve begroting voor 1971 voorlopig een subsidie van 9 cent per inwoner opgeno
men. Deze post kan derhalve vervallen. Ook hier geldt echter, dat deze cor
rectie in het kader van de raming van het totale resultaat van de verschui
vingsmaatregelen moet geschieden.
Wat 1970 betreft ligt de situatie anders. De met ingang van dit jaar aan
gebrachte wijzigingen in de rijkssubsidieregeling betreffen de subsidiegrond-
slagon, die zijn verruimd, maar niet hot subsidiepercentage. Het Rijk ver
leent over dit jaar een subsidie van 48/° 20^> bijzonder subsidie, totaal
60)3. Er rekening mee houdende, dat de instelling in de afgelopen jaren
met het bijzondere rijkssubsidie een reserve heeft kunnen vormen, die eind
1969 ruim 40.000,bedroeg, zijn wij van mening, dat het subsidie van
10,-- per behandelingsg'eval kan worden gehandhaafd on dat er geen aanlei
ding is voor het voldoen aan het verzoek om het subsidie op 9 cent per in
woner te bepalen.
Wij stellen U derhalve voor het subsidie over 1970 te handhaven op 10,--
per behandelingsgeval 1.400,--) en het met ingang van 1971 in te trekken.
Ilarrekrite vo 1 gno 212).
In de begroting voor 1971 is voor de Marrekrite een bijdrage opgenomen
van 6.500,--, hetzelfde bedrag als voor 1970. Er is thans bericht ontvangen
dat de bijdrage over 1971 8.000,-- zal bedragen. De bijdrage van Leeuwar
den bedraagt 10^o van de geraamde netto-kosten.
Deze post moet derhalve met 1.500,-- worden verhoogd.
Bes tuursschool (volgno. 472).
Ha het gereedkomen,.van de ontwerp-begro ting voor 1970 is bericht ontvan
gen, dat de gemeentelijke bijdragen m.i.v. 1970 zijn vastgesteld op 12^
cent per inwoner (geraamd was 10 cent). Voor 1971 is 1 2>§- cent geraamd, maar
het algemeen bestuur van hot orgaan van (ie gemeenschappelijke regeling heeft
de bijdrage voor 1971 nadien vastgesteld op 15 cent per inwoner.
- 5 -
Do desbetreffende begrotingspost in de begroting voor
1970 noot nu worden verhoogd met 2.220,-- tot 24.290,en die in de be
groting voor 1971 net 2.250,tot 52.300,--.
Vormingswerk loerplichtvrije jeugd (volgno. 478).
Het vormingswerk voor jeugdigen valt sedert 1 augustus 1968 onder de bepa
lingen van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Voorzover dit vormingswerk
overdag plaatsvindt, subsidieert het Rijk dit volledig.
Op hot avondwerk (ook hot z.g. jong-volwassenenwerk) is van toepassing de
Rijksregeling subsidiëring vormingswerk loerplichtvrije jeugd 1964. Volgens
deze regeling bedraagt het rijkssubsidie
v.yih'v iper- 1/8 1968: 4O/& van alle kosten, het totale over
heidssubsidie mag niet neer dan 90"fo
bedragen.
por 1/1-1970: 45/^ van de personeelslasten en
409 van de overige subsidiabele
1 anten.
Hot totale overheidssubsidie mag niet
moor dan 95/6 bedragen.
De regeling gaat er derhalve van uit, dat provincie en gemeente tezamen
50 c.q. 559 voor hun rekening zullen nemen.
Op grond van de huidige gemeentelijke subsidieregeling wordt een subsidie
verleend voor uit Leeuwarden afkomstige leerlingen, gebaseerd op 20/' van de
sxibsidiabelc lasten. (De Provincie geeft ook 20^»).
De vormingsinstituten verzoeken thans de regeling zodanig te wijzigen, dat
zij in totaal het maximaal toegestane overheidssubsidie ontvangen. Aange
zien de Provincie, die hier in eerste instantie een taak voor de gemeenten
ziet, het subsidie op 209 handhaaft, zou voldoening aan het verzoek beteke
nen, dat hot percentage van het gemeentelijk subsidie wordt opgetrokken tot;
por I/C-I96O 307j van do subsidiabele lasten;
per 1/1-1970:: pO/J van de personeelslasten en
35/J van de overige subsidiabele lasten.
Het gaat om twee vormingsinstituten, n.l. de Stichting vorming werkende
jeugd lloord-west Friesland, gevestigd te Leeuwarden en het vormingswerk
jong volwassenen, voorheen Mater Amabilisschooleveneens in Leeuwarden ge
vestigd.
Eerstgenoemde stichting verricht momenteel geen avondwerk meer. In 1970
hoeft zij hieraan nog in bescheiden mate gedaan.
liet Hater Amabiliswerk heeft echter een uitbreiding en vernieuwung onder
gaan. Hen heeft zich los gemaakt van het nijverheidsonderwijs en een vrijer
programma opgesteld, dat de jeugd meer aanspreekt. Gevolg hiervan is, dat
niet meer gebruik kan worden gemaakt van faciliteiten, die do R.K. huishoud
school in do oude situatie kon geven. De subsidiabele kosten stijgen hierdoor
en het verhoogde subsidiepercentage moet derhalve worden gegeven van hogere
lasten. Bij niet-inwilliging van het verzoek zal dit werk moeten worden stop
gezet, omdat anders niét te dokken tekorten ontstaan.
Hoewel inwilliging van do verzoeken voor do Gemeente vrij belangrijke
financiële consequenties meebrengt, zijn wij van mening, dat dit werk van
zodanig belang is, dat een hogere uitgaaf verantwoord is. Wij vestigen er
hierbij de aandacht op, dat de voor de Gemeente uit het verhoogde subsidie
percentage voortvloeiende stijging van kosten wordt getemperd tengevolge van
het feit, dat do Stichting Herkende Jeugd zich momenteel uitsluitend aan het
dagwerk wijdt. Er moet echter op worden gerekend, dat ook deze Stichting-
recht zal hebben op oenzelfde subsidieregeling, zo zij het avondwerk weer
ter hand neemt.