Advies van do Commissie van Advies inzake Beroepschriften ingevolge de Bouw verordening betreffende een door de heren G. Fopma en S. Mulder p/a Fopna's Reed 1, Wij tgaards ingediend beroepschrift tegen weigering van een bouwver gunning. Bijlage no. 186. Leeuwarden, 2 juni 1971 Aan de Gemeenteraad Bij brief van 14 april 1971 hebben Burgemeester en Wethouders, over eenkomstig artikel 390, lid 2, van de Bouwverordening, de commissie van ad vies doen toekomen het aan de Gemeenteraad gerichte beroepschrift, ingekomen op 7 december 1970, van de heren G, Fopma en S. Mulder p/a Fopna's Reed 1, Wijtgaard, tegen het door hen genomen besluit d.d. 19 november 1970, no. B 276/70, tot weigering van een bouwvergunning voor het oprichten van een machine-berging bij de boerderij van de heer Fopma op het perceel plaatse lijk bekend Fopna's Reed 1Uijtgaard Ingevolge artikel 51 van de Woningwet dient een beroepschrift tegen weigering van een bom/vergunning binnen een maand 11a de dag, waarop het afschrift van het besluit is verzonden, te worden ingediend. Het betreffende afschrift is verzonden op 26 november 1970. Het beroep is dus tijdig ingediend. De reclamanten hebben gebruik genaakt van de hun geboden gelegenheid om over het beroepschrift in de vergadering van de commissie te worden ge hoord. Burgemeester en Wethouders hebben ontrent het ingestelde beroep, over eenkomstig artikel 390, lid 2, van de Bouwverordening aan de commissie advies uitgebracht Mot betrekking tot het door appellanténingediende bouwplan heeft do commissie het volgende overwogen. Het bout/plan voorsiet in de bouw van een halfronde plaatstalen loods met een lengte van 30 n, een breedte van 12 m. en een hoogte van 6 m.on middellijk ten westen van de boerderij van de heer Fopma. De loods is be stond voor en - nu deze reeds zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geplaatst- in gebruik als berging voor landbouwmachines van zowel de heer Fopma als de heer Mulder; laatstgenoemde heeft een loonbedrijf. De situering van de loods is in overeenstemming met het ter plaatse geldende bestemmings plan voor het buitengebied dezer gonennte (voorheen uitbreidingsplan in hoofdzaak voor de gemeente Lecuwarderadeel) De Schoonheidscommissie heeft het bouwplan evenwel afgekeurd omdat zij een dergelijke loods uit welstandsoverwegingen onaanvaardbaar acht. Ook do commissie is van mening dat tegen de vorm, de materiaalkeuze en de plaatsing van do loods uit een oogpunt van welstand ernstigs bezwaren bestaan. Hierbij zij nog opgemerkt, dat do boerderij van de heer Fopma is geplaatst op de Monumentenlijst met als aanduiding; "Op omgracht terrein gelegen kop bals- en rompboerderij, waarvan het voorhuis gevelstenen Anno 1760 en steen met initialen der stichter draagt." De aanwezigheid van de loods doet in erge mate afbreuk aan het monumentale karakter van dit geheel, dat in harmonieuze samenhang is met het omringende landschap. Artikel 34 van do Bouwverordening bepaalt, dat het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk zowel cp zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ont wikkeling moet voldoen aan redelijke eisen van welstand. Gelet op deze bepaling en gezien het vorenstaande is de commissie van oordeel, dat Burgemeester en Wethouders terecht tot weigering van do door de heren Fopma en Mulder aangevraagde vergunning hebben besloten. Appellanten hebben voorgesteld voor de beide eindgevels van de loods een stenen geveltje te metselen en langs de beide zijden oen beplanting van elzen te plaatsen. Tevens zijn zij genegen de loods in een groene kleur te spuiten. Hog afgezien van hot feit dut het aanbrengen van dergelijke voorzie ningen naar alle waarschijnlijkheid uit een oogpunt van welstand eveneens on-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 10