Onder verwijzing naar het ter inzage gelegde advies van de Commissie voor do Volksgezondheid, stollen wij 7 voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gaande ontwerp- besluit. -2- Wij menen echter, dat dit niet juist zou zijn. Teneinde te bereiken, dat ook de leden in toekomstige salarisstijgingen in verhouding mee betalen, wordt in artikel 3 bepaald, dat het aftrekbedrag elk jaar mot 5i° stijgt. Aangezien deze correctie een vaste norm is, weten de besturen vooruit v/aar ze aan toe zijn met het eigen aandeel in de salariskosten. De artikelen 5 en 6 zijn opgenomen, omdat de verenigingen in wirdum en Goutum tezamen één wijkverpleegster in dienst hebben (bij Virdum) De overige kosten der verenigingen (van huisvesting, administratie, vervoer en bestuur) blijven geheel ten laste der verenigingen. Deze moeten worden gedekt uit het overblijvende deel ƒ.10,- tot ƒ.12,- per lid van de contributies. Het financieel beleid der besturen zou zich dus bij de nieuwe regeling voornamelijk moeten toespitsen op deze kostensectoren Als de verenigingen willen overgaan tot uitbreiding van het personeel, zouden zij dit bij de nieuwe regeling kunnen doen, zonder het eigen budget te belasten. Het is vanzelfsprekend, dat de Gemeente daar nu. bij moet worden betrokken, zulks ter bewaking van haar eigen budget. Willen de besturen op eigen rekening personeel aans'tellen, dan zijn zij daarin uiteraard vrij. Een gemeentebestuur moet op grond van haa.r financiële mogelijkheden op een aan vraag om personeelsuitbreiding kunnen zeggen: dit jaar is oen extra verho ging van het subsidie niet mogelijk. Wij hebben daarom in de ontwerp-regeling artikel 8 opgenomen. Het in artikel 1 opgenomen aftrekbodrag per lid van ƒ.5,- is tot stand gekomen, nadat wij uit berekeningen op basis van de ingediende begrotingen voor 1971 on mede gelet op de exploitatie uitkomsten over 1970 tot de over tuiging zijn gekomen, dat op die basis de verenigingen sluitende exploita ties kunnen krijgen. Er heeft zich echter met'ingang van 1971 oen nogal belangrijke kostenstijging voorgedaan o.a. do afdracht aan het Provinciale Groene Kruis). Do verenigingen kunnen bij aftrekbedragen van ƒ.6,- voor 1969 en ƒ.7,- voor 1970 over die jaren sluitende óf nagenoeg sluitende exploita ties bereiken. Aangezien het niet de bedoeling is, dat met de gemeentelijke subsidies belangrijke overschotten worden gekweekt, zijn wij van oordeel, dat de regeling over de jaren 1969 en 1970 kan worden toegepast met inacht neming van de in artikel 9 opgenomen afwijkende aftrekbedragen per lid. Voorzover dit zou kunnen leiden tot een lager subsidiebedrag voor enige vereniging, dan waarop volgens de oude regeling aanspraak kan worden ge maakt, moot o.i. het bedrag van de oude regeling worden gegarandeerd. Op grond van het hierna volgende is artikel 10 opgenomen. Bij invoering van de voorgestelde regeling is er geen ruimte meer voor hot aparte subsidie van ƒ.0,70.por lid, dat in 1970 is ingevoerd in verband mot hot vervallen van het gemeentelijk subsidie aan het Provinciale Groene Kruis. Dit is als het ware verwerkt in het in artikel 1 bedoelde aftrekbedrag per lid. Afgezien daarvan, dat het weinig zinvol is een bedrag por lid te geven en dan weer een aftrek per lid toe te passen, is het ook niet wenselijk dit aparte subsidie te handhaven, mede met het oog op do andere situatie bij het Vit-Gele Kruis. Aangezien deze ƒ.0,70 automatisch ook wordt begrepen in het subsidie voor het Vit-Gele Kruis Leeuwarden en de Gemeente hot Provinciale Groene Kruis niet meer subsidieert, moet o.i. de consequentie zijn, dat ook het gemeentelijke subsidie aan de provinciale Friese Bond Het Vit-Gele Kruis" vervalt. Evenals het Provinciale Groene Kruis dat doet, dient de Bond de hierdoor te derven inkomsten tc verhalen op de aangesloten plaatselijke vereniging. Aangezien het subsidie voor het Provin ciale Groene Kruis met ingang van 19/0 is vervallenmoet dit ook het geval zijn bij het subsidie voor de Provinciale Bond Het Wit-Gele Kruis". De subsidies over 1970 en 1971 zijn echter al uitgekeerd. Het lijkt ons het eenvoudigstedat de Gemeente dit mot dè nog uit te keren bedragen aan de plaatselijke vereniging, die over die jaren nog geen extra bijdrage aan de Provinciale Bond behoeft te geven, verrekent, in verband waarmee de overgangsbepaling in artikel 10 is opgenomen. Wij zijn van oordeel, dat de ontwerpregeling op verschillende punten voordelen biedt boven de oude regeling. Zij biedt niet alleen op dit moment, maar ook voor de toekomst aan de verenigingen een goede mogelijkheid haar taak te verrichten bij een sluitende exploitatie. Salarisstijgingen leveren voor de verenigingen geen moeilijkheden meer op. Zij v/eten heel precies van jaar tot jaar welke kosten zij zelf moeten dekken, waarmee een verantwoord beleid met betrekking tot de tc heffen contributies mogelijk is. Door enige concrete maatstaven als subsidiegrondslag te kiozen(rijks subsidie en aantal leden) is ook deze regeling eenvoudig bij de uitvoering. De Gemeente behoeft alleen te treden in het beleid van de besturen, voorzover het betrekking heeft op uitbreiding van personeel en dan alleen, aangezien het Rijk te dien opzichte normen hanteert, met het oog cp de financiële mogelijkheden van dc Gemeente. Het aftrekbodrag per lid biedt de mogelijkheid, zonder de principes van de regeling aan te tasten, deze op eenvoudige wijze aan te passen aan gewijzigde situaties. De ontwerp-regeling is besproken met de besturen van de kruisvereni gingen. Zij zijn ingenomen met de principes van de voorgestelde nieuwe regeling en ook in meerderheid mot de nadere uitwerking. Alleen de afdeling Leeuwarden van Het Groene Kruis" wijst op een voer haar bijzondere omstan digheid, die misschien tot gevolg heeft, dat zij bij de in de regeling op genomen normen toch geen sluitende exploitatie kan bereikc-n. Wij verwijzen hiervoor naar haar ter inzage gelogde brief. Aangezien dit pas juist kan worden beoordeeld, nadat deze regeling een jaar of langer heeft gewerkt, dient deze zaak dan nader te worden bekeken. Een voorlopige berekening van de uitkomsten bij de verenigingen bij toepassing van de voorgestelde regeling ligt ter inzage. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S.Brandsma, Burgemeester. Reumer, 1.Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 113