Üfl
Vaststellen van het kostenbedrag als bedoeld in art. 88, 1e lid, van de
Wet op het voortgezet onderwijs voor de gemeentelijke scholen voor mavo,
de Stedelijke Scholengemeenschap atheneum-havo en het Stedelijk Gymnasium
over 1969»
Bijlage no. 271. Leeuwarden, 4 augustus 1971»
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge art. 88, 1e lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs moet
de Gemeenteraad voorlopig vaststellen:
a. het bedrag, dat in 1969 is uitgegeven ter zake van de exploitatiekosten
voor de gemeentelijke scholen voor mavo, de Stedelijke Scholengemeen
schap atheneum-havo en het Stedelijk Gymnasium;
b. het bedrag, dat door het Rijk in 19^9» voor elk der genoemde soorten
van onderwijs beschikbaar is gesteld.
Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs,
doch wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien, ingevolge art. 88, 2e lid,
van genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet bepalen:
1. de som der bedragen, bedoeld onder 9., over de vijf voorafgaande jaren;
2. de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
3. indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2 overschrijdt,
het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de
aantallen leerlingen van de desbetreffende soort van gemeentelijke
scholen over de voorafgaande vijf jaren.
Ingevolge art. 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs moet de
gemeente aan de overeenkomstige bijzondere scholen in de gemeente een bedrag
uitkeren, gelijk aan het overschrijdingsbedrag, vermenigvuldigd met het
gemiddelde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere
school over het desbetreffende tijdvak van vijf jaar.
De exploitatiekostenvergoedingen, welke door het Rijk, voor de in dit
voorstel genoemde scholen, aan de Gemeente worden uitbetaald, bestaan uit:
a. een bedrag per school;
b. een bedrag per klasse;
c. een bedrag per leerling.
Voor de gemeentelijke scholen voor mavo is tevens een bedrag vast
gesteld voor de bestrijding van de administratiekosten. Blijkens van het
Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen verkregen inlichtingen wordt
dit bedrag uitgekeerd ter bestrijding van de kosten voor de werkzaamheden,
welke op de gemeentesecretarie worden verricht.
Deze vergoeding moet derhalve bij de voorlopige vaststelling van het
bedrag, dat door het Rijk voor de exploitatie van de scholen aan de
gemeente wordt uitbetaald, buiten beschouwing worden gelaten.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra 1-Burgemeester
de Jong
Secretaris