verband met de hoge belastingen het niet meer aangedurfd een toernee door
Nederland te beginnen.
Om enigszins aan de financiële moeilijkheden waarin de circussen ver
keren, tegemoet te komen, zijn wij van mening, dat, vooruitlopende op de
algehele afschaffing van de vermakeiijkhedenbelasting, ook do circusvoor
stellingen thans reeds van deze belasting dienen te worden vrijgesteld.
Wij zijn van mening dat deze vrijstellingen met ingang van 1 januari 1972
dienen te worden ingevoerd. Een overzicht van de opbrengst van de vermake.
lijkhedenbelasting van circusvoorstellingen over de laatste jaren ligt
eveneens voor U ter inzage.
V/ij stellen U voor te besluiten tot wijziging van de verordening tot
heffing van een belasting op vermakelijkheden overeenkomstig het hierbij
gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. Tiekstra, 1. Burgemeester
de Jong
Secretaris.
Nr. 10718.
DE RAAD DER GEI! EEN TE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 augus
tus 1971 (bijlage nr. 273);
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Verorde
ning tot heffing van een belasting op de
vermakeli jkheden.
Artikel I
Artikel 2 wordt gewijzigd en gelezen als volgt;
"Voor de toepassing van deze verordening worden als vermakelijkheden
beschouwd; zang- en muziekuitvoeringen, film-, toneel-, cabaret- en
variétévoorstellingen, balletten, bals, danspartijen, gymnastiekuitvoe-
ringen, wedstrijden, tentoonstellingen, lezingen, voordrachten, séances
en demonstraties en dergelijke, ook indien de vermakelijkheid door
middel van televisie, radio of automatische instrumenten wordt gegeven
en voorts alle andere voorstellingen, uitvoeringen, vertoningen en
ondernemingen, welke het verschaffen van vermaak, ontspanning of kunst
genot beogen, dan wel waarin vermaak, ontspanning of kunstgenot kan
worden gevonden".
Artikel II
Artikel 4 wordt gewijzigd en gelezen als volgt;
"De belasting bedraagt voor vermakelijkheden, tot welke toegang wordt
verleend tegen betaling van een toegangsprijs;
a. twintig ten honderd van de toegangsprijs, behoudens het bepaalde
onder b
b. tien ten honderd van de toegangsprijs van filmvoorstellingen, waar
bij uitsluitend Nederlandse films worden vertoond".
Artikel III
Aan het slot van artikel 7> eerste lid, wordt de punt vervangen
door een kommapunt en worden toegevoegd de volgende alinea's;
e. kermisondernemingen
f. circusvoorstellingen;
g. filmvoorstellingen gegeven door bioscoopondernemers".
