V Instelling van een commissie van advies en bijstand aan Burgemeester en Wet houders ten behoeve van het Princessehof en vaststelling van de Verordening Commissie voor het Princessehof. Bijlage nr. 281. Leeuwarden, 4 augustus 1971 Aan de Gemeenteraad. Voor alle gemeentelijke diensten is door Uw Raad een commissie van ad vies- en bijstand aan Burgemeester en Wethouders in het leven geroepen, al dan niet fungerend als een commissie tevens belast met beheerstaken. Het Ge meentelijk Museum Princessehof is geen afzonderlijke tak van dienst met eigen begroting en rekening, als bedoeld in artikel 252 van de gemeentewet. Toch komt het ons - gezien de bijzondere positie van het Princessehof - gewenst voor, dat ook hiervoor een aparte commissie van advies en bijstand wordt in gesteld, tevens belast met beheerstaken. Deze beheerstaken zullen door het ontbreken van een eigen begroting en rekening slechts van beperkte inhoud kunnen zijn. Voor de samenstelling van de commissie dient naar onze mening zoveel mogelijk aansluiting te worden gezocht bij de instellingen, die in het mu seum participeren en bij degenen, die bij de activiteiten van het museum be trokken zijn. Zoals bekend, wordt een deel van het museum gevormd door de collectie van de Ottema-Kingma Stichting en door de collectie Van Achterbergh Het museum is echter niet alleen als keramisch museum van belang; het heeft als gemeentelijk museum een meer algemeen karakter. Na de heropening zal met name door de geplande workshop en het keramisch centrum het educatief ele ment een geheel ander en nieuw aspect aan het museum verlenen. Daarbij zal het organiseren van exposities van eigentijdse kunst een rol kunnen spelen. Ook het geven van concerten voor een klein publiek in de tegelkelder van het Princessehof, zoals thans af en toe reeds voorkomt, zal tot de mogelijkhe den behoren; Gelet op het bovenstaande zijn wij van oordeel, dat de commissie zal dienen te worden samengesteld als volgt; 1. de wethouder van culturele zaken van Leeuwarden, ambtshalve lid en voor zitter; 2. twee leden van de Gemeenteraad, waarvan één raadslid verplicht op grond van artikel 63, lid 3; van de gemeentewet; 3. twee vertegenwoordigers van de Ottema-Kingma Stichting, te benoemen op voordracht van het bestuur van die stichting; 4. twee vertegenwoordigers van de Vereniging Vrienden van het Princessehof, te benoemen op voordracht van het bestuur van die vereniging; 5- twee leden, te benoemen op voordracht van de Culturele Raad; 6. één vertegenwoordiger van de Van Achterbergh-Domhof Fundatie, te benoemen op voordracht van burgemeester en wethouders van Leeuwarden; de directeur van het Princessehof als adviserend lid. Wij merken hierbij nog op, dat de in het vorenstaande voorgestelde sa menstelling van de commissie een afwijking inhoudt van het bepaalde in de "Verordening commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethou ders", aangezien niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 1, lid 2, van die verordening, inhoudende dat tenminste de helft van het aantal leden van de commissie raadsleden dient te zijn. Wij achten deze afwijking noodzakelijk teneinde te voorkomen, dat de commissie te omvangrijk wordt. Wij geven U in overweging: a. over te gaan tot de instelling van een commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders ten behoeve van het Princessehof;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 221