- 2 - waarden in het belang van de openbare veiligheid te 'lcunnen stellen. Wij zijn van mening dat geen toepassing behoort te worden gegeven aan de moge lijkheid van dit vereiste een algemene vrijstelling te verlenen. Door het goedkeuringsvereiste onverkort te handhaven wordt bereikt dat ieder geval op zijn eigen merites kan worden beoordeeld. De te stellen voorwaarden zullen dan zonodig aan elk afzonderlijk geval kunnen worden aangepast. 2. Artikel 34, lid 1, van het Reglement Gevaarlijke Stoffen eist een vergun ning van Burgemeester en Wethouders voor het afleveren, dan wel het ter aflevering aanwezig houden van vuurwerken. Er zij op gewezen, dat de uit zondering van het reeds eerder genoemde artikel 4* lid- 1van het Reglement Gevaarlijke Stoffen niet geldt, voor wat betreft het afleveren of het ter aflevering aanwezig houden van vuurwerken. Ook voor hoeveelheden van minder dan twee kilogram is derhalve een vergunning van Burgemeester en Wethouders vereist Het vierde lid van artikel 34 biedt wederom de mogelijkheid aan de Gemeente raad bij verordening vrijstelling te verlenen van dit vergunningvereiste voor nader aan te duiden soorten en hoeveelheden vuurwerken. Van deze be paling is door sommige gemeenten gebruik gemaakt om een vrijstelling te verlenen voor het z.g. kindervuurwerk, zoals klappertjes, wonderkaarsen e.d. Wij zijn van oordeel dat het weinig efficiënt is een dergelijke vrij stelling te verlenen. In het algemeen worden deze artikelen verkocht in combinatie met andere, meer gevaarlijke vuurwerken, waarvoor de vrijstel- lingsmögelijkheid zeker niet bedoeld is. Wanneer het in een incidenteel geval enkel om de verkoop van het genoemde kindervuurwerk gaat, zal de vergunning in alle opzichten aan dit specifieke geval aangepast kunnen worden. V/ij zijn derhalve van oordeel dat er evenmin aanleiding bestaat aan de vrijstellingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 34? lid- 4? van het Reglement Gevaarlijke Stoffen, toepassing te geven. 3. Artikel 37 van het Reglement Gevaarlijke Stoffen bepaalt, dat ontplof- fingsgovaarlijke stoffen (waartoe vuurwerken behoren) niet mogen worden afgeleverd door, dan wel aan personen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Van deze bepaling kan. de Gemeenteraad onder nader te stellen voorwaarden ontheffing verlenen. Ten deze dient naar ons oordeel onderscheid te worden gemaakt tussen afleveren door en afleveren aan per sonen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Het lijkt om practische redenen niet wel mogelijk voor bepaald aan te wijzen vuurwerken vrijstelling te verlenen van het leeftijdsvereiste, voor zover betreft het afleveren door personen jonger dan 18 jaar. Dit zou in feite betekenen, dat een winkelbediende, jonger dan 18 jaar bepaalde vuurwerken wel, doch andere, welke in hetzelfde bedrijf verkocht worden, niet mag afleveren. Wij menen dat een dergelijk voorschrift in de praktijk onhoudbaar zal blijken. Het zou tevens oncontroleerbaar zijn. V/ij menen dan ook, dot het leeftijds- vereiste onverkort dient te worden gehandhaafd voor wat betreft het afle veren van vuurwerk door personen die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt. Voor vrat betreft het afleveren van vuurwerk aan personen, die jonger zijn don 18 jaar, menen wij dot er aanleiding bestaat enige diffe rentiatie toe te laten. Voor vrat het zg. kindervuurwerk betreft, zouden wij geen leeftijdsgrens willen stellen. Dit vuurwerk (zie onder E en II van de bijlage) zal derhalve door een ieder kunnen worden gekocht. Voor wat betreft het minder gevaarlijke vuurwerk (zie onder B, F, G, I en J van de bijlage), zouden wij een leeftijdsgrens van 15 jaar willen stellen. Voor vrat betreft vuurwerkgenoemd onder A.C en D van de bijlage, zouden wij de leeftijdsgrens van 18 jaar willen hondhaven. 4. Artikel 44 van het Reglement noemt de bevoegdheid van de Gemeenteraad rege len te stellen ten aanzien van het bezigen van vuurwerk. Gelet op de grote gevaren, welke aan het bezigen van vuurwerk verbondon zijn - getuige het aantal ongevallen dat rond de jaarwisseling tengevclge van het afsteken van vuurwerk pleegt te gebeuren - zijn wij van oordeel, dat het afsteken hiervan dient te worden verboden. In bijzondere gevallen en onder te stel len voorwaarden zou van het verbod ontheffing kunnen worden verleend. Voorts zouden wij een algemene ontheffing in de verordening willen opnemen, voor vrat betreft het afsteken van vuurwerk tussen 23.00 uur en 130 uur tijdens de jaarwisseling. Het in het vorenstaande sub 3 gestelde is verwerkt in artikel 2 van do verordening, het gestelde sub 4 in artikel 3. In artikel 4 van de ver ordening is ook het bij zich hebben van vuurwerk verboden. Dit artikel, dat niet berust op do Wet of het Reglement Gevaarlijke Stoffen, doch op artikel 168 van de gemeentewet, is opgenomen, teneinde het toezicht op de naleving van de verordening te vergemakkelijken. De overige artikelen van het ontwerp spreken voor zichzelf. Wij stellen U voor de Vuurwerkverordening gemeente Leeuwarden vast te stellen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 344