Artikel 4.
1. Hot is aan personen beneden de leeftijd van 10 jaar verboden op een
v/eg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats vuurwerken,
genoemd onder A, C, en D van bijlage III van het reglement bij
zich te hebben.
2. Het is aan personen beneden de leeftijd van 15 jaar verboden op oen
v/eg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats vuurwerken,
genoemd onder B, P, G, I en J bij zich te hebben.
Artikel 5
Hij die handelt in strijd met een voorwaarde, verbonden aan een op
grond van deze verordening verleende ontheffing, dan wel een zodanige
voorwaarde niet nakomt, wordt geacht te hebben gehandeld zonder ont
heffing
Artikel 6.
Overtreding van enige bepaling van deze verordening wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste
driehonderd gulden.
Artikel 7.
1Met het opsporen van de overtredingen van deze verordening zijn be
last de ambtenaren van gemeentepolitie.
2. Aan do in het eerste lid bedoelde ambtenaren wordt voor het opsporen
van de overtredingen van deze verordening de last verstrekt te allen
tijde woningen alsmede besloten lokalon, erven en andere al dan niet
afgesloten ruimten en gronden tegen de wil van de rechthebbende,
bewoners of gebruikers binnen te treden of tc betreden.
3. De in het tweede lid van dit artikel verstrekte last geldt, voor
zoveel zij het binnentreden van woningen betreft, slechts voor het
opsporen van overtredingen van voorschriften van deze verordening,
die strekken tot handhaving van de openbare rust of veiligheid of
tot bescherming van het leven of de gezondheid van personen, onder
scheidenlijk voor de verwezenlijking van dergelijke voorschriften.
Artikel 8.
1Deze verordening kan worden aangehaald als "Vuurwerkverordening ge
meente Leeuwarden".
2. Zij treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar
afkondiging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Subsidiëring Pryske Toaniel Stifting "Tryater" te Leeuwarden.
Bijlage no. 340 Leeuwarden, 16 september 1971.
Aan de Gemeenteraad,
De Pryske Toaniel Stifting "Tryater", gevestigd te Leeuwarden heeft zich
bij breif van 22 februari 1971 tot ons Collegé gewend met het verzoek te wil
len bevorderen, dat over het jaar 1971 aan dit gezelschap een subsidie wordt
toegekend van f 18.-000, bestaande uit f 9.000,vestigingssubsidie en
f 9.000,-" gewoon subsidie op basis van 10 cent per inwoner.
Het toneelgezelschap Tryater, dat toneelvoorstellingen in de Friese taal
brengt, kampt momenteel met ernstige financiële problemen. Hoewel het gezel
schap in de afgelopen drie jaar als semi-professioneel gezelschap in 30 Friese
gemeenten regelmatig toneelvoorstellingen heeft verzorgd, bleek het niet moge
lijk tegenover deze prestatie een enigszins aangepaste vergoeding voor de
spelers te stellen. Een gevolg hiervan was het vertrek van één van de beste
spelers naar een ander gezelschap.
In deze situatie heeft Tryater gekozen voor het streven naar de vorming
van een - voorlopig klein - Friestalig beroepstoneelgezelschap en zijn op
basis van een ingediende begroting subsidieverzoeken aan het Rijk, de provin
cie Friesland en de Friese gemeenten gezonden.
De totale uitgaven worden voor 1971 begroot op f 208.900,Voor perso
neelslasten is een bedrag van rond f 111,600,in de begroting opgenomen.
Hierbij wordt uitgegaan van een kern van 4 a 5 vaste spelers, 2 gastspelers
per productie en een zakelijk leider. De kosten van de drie uit te brengen
producties worden geraamd op f 45.000,terwijl een bedrag van f 35*500,
is opgenomen voor kosten van uitvoeringen. Voor inkomsten uit uitkoopsommen
is op basis van 100 voorstellingen een bedrag van f 50.000,geraamd. Het
tekort voor 1971 wordt op f 157.800,— geraamd.
Door het bestuur van Tryater wordt voor de provincie Friesland en de
gezamenlijke Friese gemeenten (op basis van 10 cent per inwoner) voor elk
een subsidiepercentage van 30 voorgesteld, waarbij de overige 40fo van het te
kort voor rekening van het Rijk zou komen. Dit voorstel is ondersteund door
het bestuur van de afdeling Friesland van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten. Door de provincie Friesland is voor het jaar 1971 inmiddels een sub
sidie van f 48.000,-- toegezegd; van het Rijk is voorlopig f 20.000,onbe
vangen als bijdrage in de kosten van één productie in 1971. Hen aantal Friese
gemeenten heeft reeds positief gereageerd op het subsidieverzoek van Tryater.
Wij nebben het subsidieverzoek van het toneelgezelschap Tryater aan de
Raad voor Culturele Aangelegenheden om advies gezonden. Deze Raad adviseert
het gevraagde subsidie van f 9.000,gebaseerd op 10 cent per inwoner, voor
1971 toe te kennen, maar is van mening dat het niet verantwoord is daarnaast
een vestigingssubsidie van f 9.000,te verlenen. De door Tryater opgestelde
begroting biedt naar het oordeel van de Culturele Raad geen garantie voor een
verantwoord Friestalig beroepstoneel onder goede artistieke leiding. Even
tueel zou bij een herziene begroting het vestigingssubsidie voor 1972 wel kun
nen worden toegekend.
Wij kunnen ons niet geheel met het standpunt van de Culturele Raad ver
enigen. Wij zijn van mening dat het gezelschap, dat onder moeilijke finan
ciële omstandigheden gedurende een aantal jaren bewezen heeft in een behoefte
te voorzien, financiëel in staat moet worden gesteld zich te ontwikkelen tot
een toneelgezelschap op professioneel niveau. Daarbij is het ns,ar ons oordeel
van belang, het gehele gevraagde subsidiebedrag voor 1971 aan het gezelschap
toe te kennen. Alleen door het verlenen van het volledige subsidiebedrag heeft
Tryater gelegenheid zich optimaal te ontplooien en kan na verloop van tijd
worden bezien in hoeverre het streven naar het vormen van een Friestalig be
roepstoneelgezelschap artistiek en zakelijk succesvol kan worden genoemd.
Wij merken hierbij nog op, dat het geven van een vestigingssubsidie een alge
meen aanvaarde zaak is (zie Forum, Frysk Orkest etc.).
Aangezien Tryater zijn bestaansrecht als beroepstoneelgezelschap nog
zal moeten bewijzen, zal het naar onze mening noodzakelijk zijn het gezel
schap op basis van de nu ontworpen subsidieregeling gedurende een zekere
periode optimaal te steunen, waarbij na afloop van deze fase, die tot