AVv,ï Voorboreid-ingsboslxiit o:: artikel 21 van de kot op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van hot toekomstige bestemmingsplan voor de Transvaalwijk. Bijlage no. 213* Leeuwarden, 23 juni 1971 Aan de Gemeenteraad. Het oal TJ bekend Gijn, dat do bevolking van de Transvaalwijk het ini tiatief heeft genomen om to komen tot don bestemmingsplan voor dezo wijk. Dit bestemmingsplan zal moeten dienen als basis voor hot rehabiliteren van do woonfunctie van de Transvaalwijk. Tezamen met onder meer een project groep van studenten is veel voorbereidend werk verricht, zoals het instel len van oen sociologisch ondersoek, de opneming van do plaatselijke toestand, het organiseren van hearings en het opstellen van een "praat-plan"voor de Transvaalwij k Deze aktivitoitcn worden door ons collogo zeer gewaardeerd. Tussen do werkgroep van do wijl: en ambtenaren onzer gemeente is het nodige overleg geploegd. Thans zijn do voorbereidende werkzaamheden zover dat de procedure om te komen tot eon bestemmingsplan dient aan te vangen. Hierbij zullen wij hot nodige overleg blijven voeren met do initiatiefnemers. Verwacht mag worden dat binnen oen jaar oen ontwerpplan ter inzage kan worden gelogd. Gedurende do voorbereiding van een bestemmingsplan kan het voorkomen, dat bouwaanvragen worden ingediend, waarvan moet worden aangenomen, dat zij do verwezenlijking van het nieuwe plan zullen schaden, doch die niet kunnen worden geweigerd, omdat cr geen woigoringsgrond aanwezig is. Deze ongewenste ontwikkeling kan worden voorkomen, indien do gemeente raad gebruik naakt van de hen in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gegeven bevoegdheid en verklaart dat voor de Transvaalwijk oen be stemmingsplan wordt voorbereid (voorbcrcidingsbeslu.it) Dij de bevolking van de Transvaalwijk bestaat de vrees, dat het vroon- en leefklimaat in do wijk intussen verder zal verslechteren bijvoorbeeld als gevolg van sloop van panden met daarop volgend het aanleggen van opslag plaatsen op de vrijkomende grond en het ingebruiknemen van leegstaande pan den als pakhuis e.d. Dit laatste wordt door de Bouwverordening geregeld. Het toepassing van artikel 352, leden 2 en 4» van de Bouwverordening hebben wij de bevoegd heid do laatstbedoelde ontwikkeling togen te gaan. Volgens do bedoelde be palingen is het namelijk verboden niet in oen bestemmingsplan begrepen bouw werken en hun aanhorighoden te gebruiken in strijd mot de bestemming, die zij blijkens hun constructie dan wel inrichting hebben, tenzij hiervoor door ons collogo vrijstelling wordt verleend. Wij zullen van onze bevoegd heid in deze ton aanzien van de Transvaalwijk een zodanig gebruik maken, dat hot woonklimaat tor plaatse zo goed mogelijk op peil wordt gehouden. Artikel 21, lid 3s vo-ii do Uet op do Ruimtelijke Ordening geeft de Ge meenteraad do bevoegdheid - voorzover zulks noodzakelijk is om te voorkomen, dat oen terrein minder geschikt wordt voor do verwerkelijking van een daar aan bij hot plan to geven bestemming -- bij oen voorbercidingsbesluit voor schriften te geven, op grond waarvan hot verboden is zonder of in afwijking van oen schriftelijke vergunning van burgemeester on wethouders (aanlegver- gunning) bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren. Haar onze mening is het noodzakelijk do uitvoering van bepaalde werken of werkzaamheden in do Transvaalwijk te binden aan oen vergunning van ons college, zodat bijvoorbeeld kan worden voorkomen, dat oen terrein, c.q. een door sloop vrijkomend terrein, ingebruik wordt genomen als opslagplaats of parkeerplaats

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1971 | | pagina 56