Ten aanzien van het vorenstaande merken wij ops dat ons College in neer-
dorheid een verhoging van het tarief voor het ophalen van huisvuil van 2,50
tot f 5,25 5Q$j) momenteel niet verantwoord acht. Voorts blijven wij van
mening, dat de tarieven voor dienstverleningen aan bedrijven kostendekkend
helioren te zijn en dat daarom het tarief voor het ophalen van vuil van klei
ne bedrijven noot worden vastgesteld op 4,65 per maand.
'Jij stellen IJ voor de verordening op de heffing en invordering van rei
nigingsrechten vast te stellen, overeenkomstig de bijgevoegde ontwerp-veror»
dening.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong
Secretaris
BE RAAD DHR GUlIEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen ii'et voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 januari
1972 (bijlage nr. 57);
gelet op artikel 277» juncto artikel 272 onder h van de gemeente
wet
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing en invordering
van reinigingsrechten.
Artikel 1
Aard van de heffing.
Onder de naam van reinigingsrechten worden rechten geheven voor
het gebruik naken van de in deze verordening genoemde diensten van de
dienst voor Reiniging en Brandweer.
Artikel 2.
Be grip s omscliri j ving
I. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. "genothebbende van do eigendommen" degene, die op het tijdstip,
waarop een dienst van de dienst voor Reiniging en Brandweer
wordt aangevraagd of een aanvang neemt, krachtens zakelijk recht
als zodanig in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij mocht
blijken, dat daarin een misstelling heeft plaats gehad of dat
een vóór de dienstverlening plaatsgevonden overgang van rechten
daarin nog niet was opgenomen, in welke gevallen met de werkelij
ke toestand rekening wordt gehouden;
2. "hoofdbewoner of hoofdgebruiker" degene die, de feitelijke om
standigheden in aanmerking genomen, als zodanig is aan te merken;
5. "tijdelijk verblijf": een verblijf, aangewend voor tijdelijke be
woning of gebruik en niet in de kada.strale leggers vermeld;
4. "huurwaarde"de huurwaarde op 1 januari 1965» vastgesteld over
eenkomstig de bepalingen van de wet op de personele belasting 1950,
zonder de vermindering als bedoeld in artikel 15, 1e lid, en in
artikel 16 van die wet;
5. "privaatton"een aan de gemeente in eigendom toebehorend en door
do dienst voor Reiniging en Brandweer ten behoeve van de inzame
ling van faecaliën beschikbaar gesteld voorwerp:
6. "laadkisb"; een aan de gemeente in eigendom toebehorend en door
do dienst voor Reiniging en Brandweer ten behoeve van de inzame
ling van huis en/of bedrijfsvuil beschikbaar gesteld voorwerp;