T"
Onderzoek naar organisatie en coördinatie van werkzaamheden op het terrein
van de Ruimtelijke Ordening.
Bijlage no. 8. Leeuwarden, 2.9 december 1971
Aan de Gemeenteraad.
Onder dagtekening van 23 juni 197*1? hijlage nr. 208, hebben wij U een
nota doen toekomen inzake de organisatie van de stedebouwkundige werkzaamheden
in onze gemeente. In Uw vergadering van 5 juli 1971 is ean beslissing aange
houden met de toezeggingonzerzijdsdat wij vóór 1 januari 1972 met een
nadere nota op deze aangelegenheid bij de Raad zouden terugkomen.
In de afgelopen maanden hebben wij ons uitvoerig met de hier aan de orde
zijnde materie bezig gehouden. Uiteraard gaat het daarbij niet alleen om de
vraag in welke technisch-organisatorische eenheid de stedebouwkimdige taken
het best kunnen worden ondergebracht, doch in belangrijke mate ook om de vraag
hoe een goede coördinatie kan worden verzekerd tussen de stedebouwkundige
afdeling of dienst enerzijds en alle organen en instellingen, zowel bestuurlijk
als technisch-uitvoerendwier taken liggen op of aanleunen tegen het terrein
van de ruimtelijke ordening. Reeds in onze nota van 23 juni 1971? hijlage
nr. 208, hebben wij er op gewezen, dat naar de tegenwoordige inzichten de
stedebouwkundige ontwerper, zowel in de voorbereidings- als in de uitvoerings
fase van een bestemmingsplan, de coördinator is die, uitgaande van genomen
beleidsbeslissingen tracht alle belangen samen te bundelen in een harmonieus
plan. In dit kader zijn wij van oordeel, dat een bredere oriëntatie op alle
onderdelen van het gemeentelijke apparaat, die een directe relatie hebben
met de totstandkoming en de realisatie van plannen in het kader van de ruim
telijke ordening, noodzakelijk is om tot zodanige organisatie- en samenwerkings
vormen te komen, dat al die aktiviteiten optimaal kunnen worden verricht.
Om tot deze oriëntatie te komen hebben wij contact opgenomen met het
raadgevend bureau Twijnstra en Gudde, gevestigd te Leventer, welk bureau bereid
is een onderzoek in te stellen en een beleidsadvies uit te brengen en tevens
ook de uitvoering van het beleidsadvies te begeleiden.
De hieraan verbonden kosten zijn door het bureau geschat op rond 100.000,
uitgaande van een geschatte tijdsduur van 10 maanden, waarvan 4 maanden be
nodigd zijn voor het opstellen van de betreffende adviezen en 6 maanden voor
begeleiding bij de uitvoering van de adviezen. Aangezien het honorarium zal
worden berekend op basis van werkelijk aan het object bestede tijd is het
noodzakelijk rekening te houden met een marge van 10% voor overschrijding
van het geschatte honorarium. Voorts moet er rekening mee worden gehouden,
dat ook binnen de dienst Openbare Werken en het Grondbedrijf een groot aantal
uren moet worden besteed aan het onderzoek, welke tijd op basis van de toege
paste doorberekeningsmethoden uit het beschikbaar te stellen krediet moet
worden bestreden. Rekening houdende met een en ander schatten wij de totale
kosten van het onderzoek op
a. basishonorarium raadgevend bureau Twijnstra en Gudde 100.000,
b. marge van 10% 10.000,
c. 14% B.T.V. 15.4OO,—
d. geschatte kosten dienst Openbare Werken en Grondbedrijf 24.6OO,
Totaal
150.000,—