Benoeming tweetal leden in de Raad voor Culturele Aangelegenheden.
Leeuwarden, 1 maart 1972.
Aan de Gemeenteraad.
Be heren A.G. Boonstra en F.H.W. Weyschedé hebben bedankt als lid van de
Haad voor Culturele Aangelegenheden; eerstgenoemde wegens vertrek naar elders,
laatstgenoemde wegens drukke werkzaamheden.
Artikel 1, derde lid, sub d, van de Verordening, regelende de samenstel
ling, de taak en de werkwijze van de Raad voor Culturele Aangelegenheden bepaalt,
dat de Raad o.m. bestaat uit: "zes leden, benoemd door de gemeenteraad, op aan
beveling van het college van burgemeester en wethouders, gehoord de raad".
Bovengenoemde leden zijn destijds op grond van dit artikel door de Raad benoemd.
Ter voorziening in de vacatures doen wij U, de raad gehoord, de volgende
aanbeveling:
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jorg, Secretaris.
Ml
Bijlage no. 67.
voorde heer Boonstra: de heer J. de Jong, Frans Halsstraat 46, alhier, voor
zitter van de Fryske Folksdounsfederaesje;
voorde heer Weyschedé: de heer G.W. Schuurman, Harlingersingel 21, alhier,
regionaal consulent van de verenigde filmdiensten in Hilversum.