- 2 - Mede gezien cle consequenties kunnen wij een dergelijke handelwijze niet to lereren. Be brief van Ie heer Tiemersma aan Uw Raad geeft ons dan ook geen v leiding onze aanschrijving ongedaan te maken. Op grond van het vorenstaande geven wij U daarom in overweging do brief i de heer Tiemersma voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Uethouders van Leeuwarden, J.3. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. Intrekking "Regeling geldelijke steun krotontruiming en doorstroming"; Vaststelling "Regeling geldelijke steun krot ontruiming en doorstroming 1972". Bijlage nr. 82. Leeuwarden, 1 maart 1972. Aan de Gemeenteraad. Bij de behandeling in de Raad van de thans geldende regeling Geldelijke Istcun lsrotontruiming en doorstroming hebben wij de toezegging gedaan dat na I verloop van ongeveer een jaar de werking van de regeling en de resultaten Idaarvan nog eons onder de loupe zouden worden genomen, teneinde na te gaan Iof do regeling op bepaalde punten nog herzien of bijgeschaafd zou moeten wor- Idcn. In het algemeen kan worden gesteld, dat de regeling in een behoefte voor liet; zij vindt veelvuldig toepassing. Hoewel er zich uiteraard gevallen voor- Idoen, waarbij - net name bij de doorstroming - de subsidie graag wordt "mee- genonen"gaat naar onze mening van de regeling toch een belangrijke stimu lans uit. Bit neemt niet weg, dat o.i. de regeling hier en daar enige aanpas- [eins; behoeft, terwijl verder rekening dient te worden gehouden met de sinds dien opgetreden gewijzigde omstandigheden, waarbij wij met name doelen op de sterke stijging van de huurprijzen bij de nieuwbouw van woningen. Hoofdstuk I. Krotontruining. Volgens do thans geldende regeling kan aan de bewoner van een krotwoning [onder bepaalde voorwaarden een bijdrage worden toegekend. Beze bijdrage wordt rtoogokond in de vorm van a. een tegemoetkoming in de kosten van Verhuizen en jvcdorinrichting en b. een tegemoetkoming in de kosten van duurder wonen; de laatste wordt in vier termijnen betaald. In aanmerking genomen de administra tieve rompslomp, welke aan een betaling in termijnen is verbonden, verdient pet aanbeveling deze gespreide betaling voor de huurwoningen uit de regeling pe schrappen. Toorts zijn wij van mening dat het begrip huurwaarde in de zin van de pi' op de personele belasting beter uit de regeling kan worden weggelaten ondat liet onvoldoende rekening houdt met de realiteit. Vandaar dat thans.voor- Geteld wordt in die gevallen, waarbij een huurwaarde bekend is, deze vast te ■pellen op 1Qjj van de verkoopprijs,c.q. de verwervingskosten. Baarbij wordt urn aangesloten bij wat de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde- G-'k bij de toepassing van de rijksregéling aan de gemeenten in overweging ■ïceft gegeven Hoofdstuk II. Boorstroming. VoorGec'tGlcl wordt voor de zgn. minimum- en marimumgrens voortaan uit te fwJ2,11 °cn lluur> c°ci- huurwaarde van 160,— en 325,— per maand. Beze j ctL*u'011 zijn thans geheel in overeenstemming met die, welke de Minister bij van hc regeling sinds 1 januari 1972 aanvaardbaar acht. Zij zijn oopasv m vorband met de sterke huurprijsontwikkeling, met name in de l^euvoouw. -jQOi de nieuwe voorgestelde redactie van artikel 9 wordt ook hier een voiilv'0naaij"ca-jhheid geschapen op welke wijze de huurwaarde van een eigen !-g aient ce worden bepaald, ook wanneer sprake is van erfpacht. f1 rs —j arLg-.ng «'ön het oude artikel 9. loden 2 on 3 stollen wij een ge- artikel 9, lid 2 voor, waarbij aan ons College de bevoegdheid wordt d° ~n artikel 9, lid 1, genoemde bedragen ad 160,— en 325,-- aan passen, als de Minister de regeling terzake wijzigt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 230