De regeling Het plan Het gebied Projectleider De bijdrage voor verbetering van de xi/oonomgeving - 2 - b. voor verbetering van de woonomgeving: de Beschikking gel lijk.e._steun verbetering woningen en woonbuurten. Hierop geldt een uitzondering: wanneer een-gemeente-af woningbouwcorporatie in een rehabilitatieplan woningen verra van een eigenaar in het kader van de. uitvoering van het plas, kan naar analogie van de regeling subsidie worden verleend, Yan verstrekking van geldelijke steun kan eerst sprakei als de gemeenteraad zich over het plan heeft uitgesproken ec zich bereid heeft verklaard daaraan medewerking te verlenen, Vroegtijdig overleg met de Inspecteur Volkshuisvesting: de provincie is gewenst, teneinde omtrent de mogelijkheden 71 geldelijke steun een beginseluitspraak te verkrijgen. Om voor geldelijke steun in aanmerking te komen is niet vereist dat aan een rehabilitatieplan een bestemmingsplan teil grondslag ligt. Voor zover echter het gebied, tot rehabilitatj waarvan het plan strekt, in een bestemmingsplan is begrepen, het rehabilitatieplan hiermede uiteraard niet in strijd zijn, Overigens betekent dit niet, dat geen aandacht behoeft te wen besteed aan de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De voorkeur gaat uit naar gebieden, die in hoofdzaak een woonfunctie hebben en met tenminste 250 woningenHet is niet noozakelijk dat alle woningen verbetering behoeven. De Minister gaat er van uit dat zonder deskundige hulp rehabilitatieplan niet voldoende van de grond zal komen, vandj dat de voorwaarde is. gesteld, dat een projectleider dient te den aangesteld, die het plan technisch, juridisch en adrainist tief zal kunnen voorbereiden en met de algemene leiding wordt last. Aanstelling in dienst van de gemeente is niet noodzakel Ook de gezamenlijke eigenaren of b.v. een stichting, die naiej hen optreedt, zal dit kunnen doen. bijdrage bij dzakelijke af ten van de voor- ningen aan de wo gen en andere ge- ïen iten Subsidie Ministerie van Cultuur, Recre atie en Maatschap pelijk Werk Verbetering van de woonomgeving Een rehabilitatieplan zal als regel ook sociale en maat-1 schappelijke begeleiding vergen. Daarvoor is afzonderlijk sul die van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappel Werk mogelijk. Hier wordt gedacht aan b.v. de aanstelling van een coördinerend functionaris (subsidie 50c/o)aan survey-arbe] g van woningen en in de buurt of wijk of aan voorzieningen in de sfeer van de sociaal-culturele infrastructuur. Onderscheid dient te worden gemaakt tussen: a. verbetering van de sociaal-culturele infrastructuur, waarl gedacht wordt aan voorzieningen voor jeugd en bejaarden, groenvoorzieningen, aan ruimten voor bepaalde vormen van dienstverlening, sociaalculturele activiteiten e.d.; verbeteringen van meer technische aard, waarbij gedachtw b. van voorzie- jgen aan monumen ten van onderhoud ten van een cen- Ie verwarming en ere bijzondere tallaties - ten van saraenvoe- pouw van een ge- t niet zijnde een ag, tot woning en van voorzie- igen aan een ge- 'i niet zijnde woning aan b.v. het ontruimen van binnenterreinen, het -ver-beterer.B^ van straatprofielen, het aanleggen van open ruimten en pa* -"-f keermogelijkheden ver- lering van de wo- 11? De onder a. genoemde voorzieningen vallen onder de EijiSj subsidieregeling Samenlevingsopbouw van het Ministerie van Cd tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. De onder b. genoemde voorzieningen vallen onder de vig$j van de thans besproken regeling. Omdat uiteraard vele aanrakingspunten aanwezig mogen wor( geacht zal nauw overlog met beide Ministeries of diens vertes"] woordigers in de provincie onontbeerlijk zijn. De bijdrage ineens voor verbetering van de woonomgevingj draagt 1 .500,- voor iedere woning, dio oorspronkelijk in rehabilitatieplan is gelegen, ongeacht of ze verbeterd word»] niet. De totale bijdrage bedraagt niet meer dan de verheten1-. z kosten zelve. Panden, geen woningen zijnde, maar qua grootte en inhoud daarmede te vergelijken, kunnen worden meegerekend. Moeten in het kader van de uitvoering van het plan panden worden afgebroken, dan wordt daarvoor een bijdrage verleend van 80$ van de kosten van de verwerving en van het afbreken. Be paalde noodzakelijke voorzieningen aan aangrenzende panden wor den daarbij tevens in aanmerking genomen. Van verstrekking van geldelijke steun kan slechts sprake zijn als de woning in haar geheel beschouwd zal voldoen aan de eisen van bewoonbaarheid, die redelijkerwijs aan een woning moeten worden gesteld. Bij voorzieningen van zeer geringe omvang, waarvan de kos ten minder dan 1.000,- per woning bedragen, vindt de regeling geen toepassing; evenmin voor voorzieningen, die op kostbare wij ze worden uitgevoerd en voor voorzieningen, welke als economisch niet verantwoord moeten worden geacht. Men zal voorts niot eer der mogen beginnen dan nadat zekerheid omtrent de financiële steunverlening is ontvangen. Samengaan van de regeling met de subsidiemogelijkheden bij restauratie van in een plan voorkomende monumenten is mogelijk. Onderling overleg tussen de betrokken departementen is dan wel noodzakelijk. De verbeteringskosten mogen worden verhoogd met die kosten van onderhoud die direct in verband staan tot de te treffen verbeteringen De kosten van een centrale verwarmingsinstallatie, b.v. voor bejaarden, alsmede de kosten van andere bijzondere instal laties, zullen van geval tot geval worden beoordeeld, tenzij het woningen betreft, die blijvend een bestemming hebben gekregen voor een bejaarde of minder valide; in dat geval worden de kos ten steeds meegenomen. De kosten van het samenvoegen van woningen, hetzij de kos ten van het verbouwen tot een woning van een gebouw, niet zijnde een woning, worden steeds van geval tot geval beoordeeld. In beperkte mate- is de mogelijkheid tot subsidiëring aan wezig voor verbetering van panden, niet zijnde een woning, in dien deze voorzieningen in het kader van de uitvoering van het plan noodzakelijk worden geacht. Ook hier zal van geval tot ge val beoordeling moeten plaatsvinden. Indien de goedgekeurde kosten van de verbetering van een woning minder dan 5*000,- bedragen wordt steeds een bijdrage ineens verstrekt ten bedrage van 25c/j van de kosten. Bedragen de kosten van de voorzieningen meer dan f 5*000,-, dan wordt aan de eigenaar-bewoner de keus gelaten tussen een bijdrage in eens en een jaarlijkse bijdrage. Voor huurwoningen geldt dan evenwel bijna altijd een jaarlijkse bijdrage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 241