- 42 -
4. Is het College van B. en V. met
ons van mening, dat er op ver
schillende lagere scholen te wei
nig aandacht wordt besteed aan
Tekenvaardigheid en ontleden?
HOOFDSTUK VIII, paragraaf 1a Openbaar kleuteronderwijs
1. In de Tweede Kamer is de mogelijic-
heid besproken om kleuteronderwijs
voor 3-jarigen mogelijk te maKen.
De Minister' heeft experimenten
toegezegd.Is het College bereid
en in staat zo'n experiment in
Leeuwarden te starten? met name
in een wijk met taalarme bevolking)
De Kleuteronderwijswet eist thans nog
een minimum leeftijd van 4 jaar, zo
dat een experiment met 3-jarige kleu
ters nog niet mogelyk is. Wanneer de
mogelijkheid hiertoe zou worden ge
opend, zijn wij bereid een dergelijk
experiment in Leeuwarden in overweging
te nemen. Daartoe zouden dan echter
wel de nodige middelen van rijkswege
beschikbaar moeten komen. Volledig
heidshalve merken wij nog op, dat
landelijk over de problematiek van
het onderwijs aan 3-jarigen nog geen
overeenstemming bestaat.
HOOFDSTUK VIII, paragraaf 2a Openbaar basisonderwijs.
1. Wat zijn de plannen met de scholen
in het westen van de stad;
Telemannschool I en II en
Leeuwerikschool?
2. Welke scholen in Leeuwarden zijn
Jena-plan scholen?
3 Is het gemiddeld aantal leer -
lingen per klas bij het l,0. in
Leeuwarden niet boven het maxi
maal toelaatbare? Kan hier verbe
tering worden aangebracht?
Zo ja, hoe?
Pas na de aangifte van leerlingen
voor het komende schooljaar en na een
grondig onderzoek ten aanzien van de
aanwezige en te verwachten aantallen
leerlingen in het betreffende stads
gedeelte kan een verantwoorde beslis
sing worden genomen inzake het al dan
niet handhaven van deze drie scholen.
Met de direct belanghebbenden t.w. de
hoofden van scholen, de oudercommis
sies, de Vereniging voor Openbaar
Onderwijs, de Schoolraad, de A.B.O.F.
en de inspectie heeft reeds een voor
lopig overleg plaats gehad
Alleen de A.K. Sint Paulusschool is
een zgn. Jenaplan school.
Wij trachten binnen het kader van de
bestaande mogelijkheden steeds een
zo gunstig mogelijke verdeling van de
leerlingen over de klassen te verkrij
gen. Deze verdeling is afhankelijk van
het aantal leerkrachten, dat van rijks
wege wordt vergoed. Wanneer daartoe
aanleiding bestaat wordt verzocht om
rijksvergoeding van extra leerkrachten,
^en verdere verbetering zal alleen
kunnen worden bereikt door een ver
laging van de leerlingenschaal of
door aanstelling van zgn. boventalli
ge onderwijzers. Dit laatste is op
financiële gronden niet realiseerbaar.
Wij delen deze mening niet.