- 79 -
,-a
ALGEMENE DIENST
Hoofdstuk IX, Sociale Zorg en Maatschappelijk Werk.
Algemeen.
1,Wat voor stappen denken B. en W. te
nemen om "actief" mee te spelen in
het proces van schaalvergroting op
het terrein van de maatschappelijke
dienstverlening?
Woe zijn de eerste ervaringen met
het experiment van de sociale raads
man in de proefwijken?
Waarom de proef zo snel beëindigd en
zelfs zonder overleg met de Commis
sie van Advies voor de Sociale Dienst?
Was voor het experiment wel propa
ganda genoeg gemaakt?
Zoals wij in de Aanbiedingsbrief bij de
begroting 1972 reeds hebben vermeld
krijgen de colleges van Gedeputeerde
Staten primair tot taak voorbereidingen
te treffen m.b.t. de schaalvergroting
op het terrein van het algemeen maat
schappelijk werk, de gezinsverzorging
en gezinshulp. Uiteraard zijn de ge
meentebesturen zowel door hun directe
relaties met de instellingen werkzaam
op dat terrein als door de subsidie
verlening nauw betrokken bij de ont
wikkelingen in de maatschappelijke
dienstverlening. De Minister van Cul
tuur, Recreatie en ilaatschappelijk Werk
heeft aan de provinciale besturen, die
zijn uitgenodigd het initiatief te ne
men tot instelling van provinciale ad
viescommissies, meegedeeld er prijs op
te stellen, dat bij de nadere uitwer
king van de plannen tot schaalvergro
ting door deze adviescommissies reke
ning wordt gehouden met de standpunten
van de betrokken gemeentebesturen.
Voorts zal met de gemeentelijke over
heden overleg worden gepleegd omtrent
beslissingen inzake de subsidiëring
van de bij de maatregelen tot schaal
vergroting betrokken instellingen.
Initiatieven terzake van provinciale
zijde hebben ons nog niet bereikt.
Het lijkt ons wenselijk terzake de door
de minister gegeven richtlijnen te vol
gen. Binnen deze richtlijnen blijft een
actief meespelen in het proces van de
schaalvergroting onzes inziens mogelijk.
In het Gesprekscentruni voor de Maat
schappelijke Dienstverlening wordt aan
dit onderwerp reeds thans de nodige
aandacht besteed.
Het experiment sociaal-raadsman in de
wijken Hijlan en De Oosthoek heeft
weinig bezoekers opgeleverd. Op grond
daarvan en mede op aandrang vanuit
andere wijken waren er voor ons rede
nen om de proef te verplaatsen naar de
wijken Bilgaard en Wielenpölle, alwaar
een grotere belangstelling te consta
teren valt dan in eerstgenoemde wijken.
Van een beëindiging der proef is dan
ook vooralsnog geen sprake.
Het experiment zal tot 1 april 1972
worden voortgezet om daarna aan de
hand van de opgemaakte rapportage en