- 90 Is er reeds een aanvang gemaakt met een onderzoek naar de herkomst van de bezoekers van de culturele evenementen? De uitkomst van een dergelijk onderzoek kan misschien aanwijzingen geven voor een ge richte propaganda enz. In sommige steden heeft men het publiek gra tis uitvoeringen aangeboden, ten einde eens te zien of het publiek dan wel kwam en misschien een vol gende keer tegen betaling het be zoek herhaalde. Kunt U eens informeren wat de re sultaten van dergelijke activitei ten elders zijn? Weten wij eigen lijk waarom het publiek naar di verse evenementen gewoon niet komt? Die wetenschap hebben wij toch nodig voor het bepalen van beleid en programma-opzet? Kunnen B. en W. mededelingen doen over het aantal bezoekers per voorstelling van het Operagezel schap "Forum"? Zoals bekend is, bereidt de Raad voor Culturele Aangelegenheden een cultuur nota voor. Wij verwachten dat deze pro blematiek daarbij aan de orde zal komen Overigens merken wij op, dat wij de in druk hebben dat van werkelijke resulta ten van de incidenteel aangeboden grati voorstellingen niet of nauwelijks kan v/orden gesproken; publiekonderzoek, dat overigens ook niet veel meer dan wat ba sisinformatie en algemene indrukken ver schaft, vindt doorgaans niet plaats, terwijl een follow-up ontbreekt. Uit verschillende onderzoekingen is steeds weer gebleken, dat een zeer re levante factor bij het al dan niet be zoeken van voorstellingen is de mate waarin men in de jeugdperiode ervarin gen met allerlei aspecten van de kunst heeft opgedaan. In verband hiermee worden subsidies verstrekt voor het organiserem van schoolconcerten, cursussen beeldende expressie en de kunstweek. Tijdens het seizoen 1970-1971 is het ge zeischap Forum vier keer in Leeuwarden opgetreden. Deze voorstellingen zijn door resp. 635, AèA, 441 en 366 bezoe kers bijgewoond. De twee voorstellingen die Forum tot nu toe in het seizoen 1971-1972 heeft gegeven \iferden bezocht door respectievelijk 803 en 691 bezoe kers Volgno. 926. Hoe denken B. en W. - nu op soci aal en subsidiëringsgebied duide lijke verslechteringen gaan optre den - voor de beeldende kunst beoefenaren het gemeentelijk cul tureel beleid te gaan richten? Wordt gehoor gegeven aan de lande lijke nivelleringstendenzen door aankoopsubsidies, gemeentelijke opdrachtverstrekkingen en de mo derne verzameling te beknotten of blijft men deze zaken alsmede de kunstzinnige vorming, cultuurcen tra en cultuurmanifestaties steu nen en bevorderen? Kan de Gemeente aan de kunstenaars geen opdrachten geven om de grote wand- en geveloppervlakten in de stad met hun werk te versieren? Wat kan de Gemeente verder doen om jonge kunstenaars, zonder gespecia liseerde opleiding te helpen zich te ontplooien als kunstenaar en als zodanig werkzaam te blijven? De richting van het gemeentelijk beleid op het gebied van de beeldende kunst zal in belangrijke mate mede bepaald worden door de adviezen, die ons op dit terrein door de Raad voor Culturele Aangelegenheden worden gegeven. Voor zover dit binnen de financiële mogelijkheden ligt, zullen activiteiten op cultureel gebied zoveel mogelijk be vorderd en gesteund worden. 2 en 3. Het ontplooien van initiatieven met be trekking tot de stadverfraaiing door beeldende kunstenaars lijkt ons in de eerste plaats een taak van de Commissie Monumentale Kunst van de Raad voor Cul turele Aangelegenheden. Wij ontvangen regelmatig adviezen over de besteding van gelden die krachtens de 1^j-regeling

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 94