1
- 5 -
ALG5I-EITB DIEHST.
Hoofstuk II, Algemeen beheer.
Volgnrs. 8 en 16/1.
1. Is het het College bekend, dat
de stukken voor de vergaderingen
door de leden niet steeds op tijd
worden ontvangen en dat van een
volledige informatie over de op
de agenda staande stukken niet
altijd sprake is?
Is het College bereid in deze
zaak verbetering te brengen?
2. Acht het College het in zijn alge
meenheid niet onjuist, dat er op
de valreep nog onderwerpen aan
de agenda worden toegevoegd, zo
dat de leden van een dergelijke
commissie tevoren geen studie
kunnen maken van de betreffende
onderwerpen?
3. Villen B. en V. eens reageren op
de opvatting, dat er voortaan
niet meer behoord te worden ge
stemd in de commissies, maar, dat
onder ter inzagelegging van de no
tulen bij de raadsstukken wordt
volstaan met de mededeling, dat
de desbetreffende raadscommissie
is gehoord?
Zou dit dan ook geen invloed moe
ten hebben op de wijze van ver
slaggeving?
4. Is het College bereid om de ver
slagen van de vergaderingen de
commissies en de raden, gebun
deld per commissie c.q. raad, op
de leeskamer - permanent - ter
inzage te leggen, zodat de raads
leden de ontwikkelingen van het
geen in deze colleges aan de orde
wordt gesteld volledig kunnen
volgen?
5. Kan het College nadere mededelin
gen doen over de reden waarom de
bij de behandeling van de begro
ting 1971 gedane toezegging om met
betrekking tot het functioneren
van de raadscommissies aan. deze
commissies zelf te vragen naar
hun mening over de zaak -van de o-
penbaarheid niet is ingelost?
Mogen wij er vanuit gaan, dat de
ze zaak alsnog op korte termijn
aan de resp. commissies wordt
voorgelegd?
Er wordt steeds naar gestreefd de agen
da's met de bijlagen tijdig te verzenden.
Helaas moeten soms spoedstukken worden
nagezonden waarbij het geven van volle
dige informatie mogelijkerwijze in het
gedrang kan komen.
Inderdaad is dat in zijn algemeenheid
onjuist, hoewel niet altijd kan worden
vermeden dat spoedstukken zeer korte
tijd voor de vergadering worden toege
zonden.
Mij hebben uit de vraag begrepen dat
wordt gedoeld op raadsadviescommissies
In zijn algemeenheid lijkt het de meer
derheid van ons College juist, dat wan
neer een dergelijke commissie niet una
niem achter een voorstel staat, bij stem
ming wordt vastgesteld welk aantal le
den voor en tegen is.
Indien één of meer leden van een com
missie in dat stadium nog geen defini
tief standpunt kan of wil innemen, kan
dat o.i. in het advies worden vermeld.
Het College is bereid om de verslagen
van de vergaderingen van de functione
le raden en de raadsadviescommissies
op de voorgestelde wijze ter inzage te
leggen.
5,6,7 Inmiddels hebben wij de betrokken
commissies verzocht ons vóór 1
maart 1972 mee te delen of naar
hun mening de vergaderingen al
dan niet openbaar dienen te zijn.
Ha ontvangst van de reacties zal
dit onderwerp in de raad aan de
orde worden gesteld.