Vaststellen van het kostenbedrag, als bedoeld in artikel 88 1e lid van de
Wet op het Voortgezet Onderwijs, over het jaar 1970 voor;
a. de gemeentelijke scholen voor mavo;
b. de Stedelijke Scholengemeenschap Atheneum-Havo
c. het Stedelijk Gymnasium;
d. de Gemeentelijke Opleidingsschool voor kleuterleidsters.
Bijlage no. 238. Leeuwarden, 17 augustus 1972.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, 1e lid van de V/et op het Voortgezet Onderwijs
moet de Gemeenteraad voorlopig vaststellen:
a. het bedrag, dat in 1970 is uitgegeven ter zake van de exploitatiekosten
voor de Gemeentelijke scholen voor mavo, de Stedelijke Scholengemeen
schap Atheneum-Havo, het Stedelijk Gymnasium en de Gemeentelijke Opleiding
school voor kleuterleidsters;
b, het bedrag, dat door het Rijk in 1970 voor elk der genoemde soorten
van onderwijs beschikbaar is gesteld.
Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs,
doch \^el voor het bijzonder onderwijs, aangezien, ingevolge artikel 88,
2e lid van genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet bepalen:
1. de som der bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren;
2. de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
3. het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de aan
tallen leerlingen van de gemeentelijke scholen over de voorafgaande
vijf jaren, indien de som, bedoeld onder 1, de som bedoeld onder 2
overschrijdt
Ingevolge artikel 89 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs moet de
gemeente aan de overeenkomstige bijzondere school in de gemeente een bedrag
uitkeren, gelijk aan het overschrijdingsbedrag, vermenigvuldigd met het
gemiddelde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere
school over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren.
De exploitatiekostenvergoedingwelke door het Rijk voor de in dit
voorstel genoemde scholen aan de Gemeente wordt betaald, bestaat uit:
a. een bedrag per school;
b. een bedrag per klasse;
c. een bedrag per leerling.
Voor de hiervoor genoemde scholen is tevens een bedrag vastgesteld voor
de bestrijding van de administratiekosten. Blijkens van het Ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen verkregen inlichtingen v/ordt dit bedrag uitgekeerd
ter bestrijding van de kosten voor de werkzaamheden, welke op de gemeente
secretarie worden verricht. Deze vergoeding moet derhalve bij de voorlopige
vaststelling van het bedrag, dat door het Rijk voor de exploitatie van de
scholen aan de gemeente wordt betaald, buiten beschouwing worden gelaten.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretari s