SBffSSi - 1- De rekeningen over 1968 en 1969 zijn inmiddels gereed en die over 1970 zal tijdig gereedkomen. Ra ontvangst van de desbetreffende verificatie rapporten zullen wij U de rekeningen over 1968, 1969 en 1970 (achter eenvolgens) ter voorlopige vaststelling doen toekomen. Een tweede belangrijke voorwaarde is, dat de begroting voor het jaar, waarvoor een aanvullende bijdrage wordt gevraagd, voor 1 januari van dat jaar door de gemeenteraad is vastgesteld. Het schema voor de begrotingsbehandeling voorziet hierin. Een verdere voorwaarde is het beschikbaar zijn van betrouwbare cijfers over de jongste jaren (i.e. 1971 en 1972). Ook hieraan kan worden voldaan op het tijdstip, dat het overleg met de ambtenaren van de Inspectie voor de Gemeentefinanciën moet worden gevoerd. Terder sullen - dit is een eis die art. 12 der Financiële Verhoudingswet stelt - de inkomsten uit eigen heffingen tot een redelijk peil (de bekende minimum-normen) moeten zijn opgevoerd. Als tot het toekennen van een aanvullende bijdrage wordt overgegaan zal de gemeente haar vrijheid van handelen met betrekking tot de raming van nieuwe posten in belangrijke mate verliezen. llieuwe uitgaven, welke het begrotingsevenwicht verstoren mogen niet worden gedaan. Besluiten die kunnen leiden tot uitgaven welke het be grotingsevenwicht verstoren mogen niet worden genomen. Bij het samen stellen van begrotingen voor volgende dienstjaren zal dus in de regel voor uitbreiding van bestaande taken en voor nieuwe taken geen mogelijk heid aanwezig zijn. Als nieuwe onrendabele uitgaven onontkoombaar of onuitstelbaar zijn, dan kunnen ze alleen aan de begroting worden toe gevoegd als de Ministers hiertegen geen bezwaar hebben. of worden vastgesteld. In de eerste plaats zijn er bepaalde algemene voorschriften, waaraan iedere gemeente die een aanvullende bijdrage vraagt moet voldoen. Daarnaast kunnen de ministers per gemeente nog bijzondere voorschriften geven. Een en ander is nog eens uitvoerig vermeld in een circulaire van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken dd. 14 juli 1972, nr. FV 72/ïï 456, welke wij voor U ter inzage hebben gelegd. Onder verwijsing naar genoemde circulaire beperken wij ons hier onder tot het vermelden van enkele hoofdpunten. Een belangrijke (alge mene) voorwaarde, waaraan een gemeente moet voldoen is, dat de reke ningen van een aantal "oude" dienstjaren door de Raad voorlopig zijn vastgesteld. Dit betekent in concreto, dat de gemeenterekeningen t/m 1970 n°g dit jaar door Uw Raad voorlopig zullen moeten worden vastgesteld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 229