- 2 -
b. Gegrond te verklaren;
het bezwaar van de directeurvoornoemd» vermeld onder B 2 van
hei bezwaarschrift;
II. Yasc te stellen;
het bestemmingsplan "Recreatiegebied Kalverdijkje"zoals dit is
vervat in de bij dit besluit behorende;
a. kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de
in het plan begrepen grond wordt aangegeven;
b. voorschriften omtrent het gebruik van in het plen begrepen
gronden en van de zich o_aarop bevindende opstallen;
welk plan op onderstaande punten afwijkt van het ter visie
gelegde ontwerp;
1. in artikel 12 is na net woord "opslagterreinen" toegevoegd:
"alsmede voor nutsbedrijven";
2. lid 3 van artikel 12 wordt vernummerd tot lid 4-
3in artikel 12 is toegevoegd een nieuw lid 3
3- Burgemeester en Wethouders kunnen, onder goedkeuring van
Gedeputeerde Staren, vrijstelling verlenen van liet bepaalde
in het eerste lid onder b. ten aanzien van nutsbedrijven
en toestaan dat de hoogte van de gebouwen niet meer dan
40 m zal bedragen en de hoogte van de andere bouwwerken (zo
als schoorstenen) niet meer dan 8 m zal bedragen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzit er.
Secretaris.
Vaststellen bestemmingsplan "Westeinde 1970".
Bijlage no. 179- Leeuwarden, 25 mei 1972.
Aan de Gemeenteraad
Voor het gebied gelegen tussen het Schapendijkje, de spoorweg
Leeuwarden-Stionsdo Harlingerstraatweg en do Hoorder Begraafplaats geldt
thans het bestemmingsplan "Westeinde"vastgesteld als uitbreidingsplan
in onderdelen bij Uw besluit van 10 juni 1963? no. 8625. Bit plan is
economisch niet uitvoerbaar gebleken. In verband hiermede is in overleg
mot do II.V. Maatschappij voor Onroerend Goed "de Nieuwe Erven" te Eind
hoven en Bouwbedrijf Kats N.V. te Leeuwarden, die het betrokken gebied
thans hoofdzakalijk in eigendom hebben, een nieuw plan ontwikkeld.
Dit stedebouwlcundige plan, (bestemmingsplan "Westeindo 1970"), dat hierbij
tor vaststelling wordt aangeboden, is - overeenkomstig artikel 11 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening - in de vorm gegoten van een zgn.
"Vlokkonplan"waarin de bestemmingen globaal zijn aangegeven.
Dit betekent, dat alleen de essentiële stedebouwlcundige elementen zoals;
hoofdwegenstructuur, bebouwingsdichtheid, percentages eengezinswoningen
en meergezinshuizen, in het ontwerp-plan zijn opgenomen. Onder verwijzing
naar de ontworp-plankaart en do daarbij behorende voorschriften en toe
lichting noemen wij hier enige hoofdelementen van het ontwerp-plan
"Westeinde 1970".
De hoofdwegenstructuur bestaat uit een ringweg, waarvan tevens de be
staande weg Leeuwarden-Marssum doel uitmaakt. De bebouwingsdichtheid voor
het westelijke plangebied bedraagt 25 woningen per ha, voor het overige
plandeel 35 woningen per ha. Do woningcapaciteit van hot plan is 1610
woningen. De percentages hoogbouw en laagbouw zijn respectievelijk 10$
en 90$. Hoogbouw mag alleen plaats vindon nabij de hoofdtoegang tot de
wijk vanaf de Poptawei. De centrumvoorzieningen moeten centraal in do
wijk worden gevestigd. In de zuid-oostelijke hoek van hot plangebied kan
een bejaardencentrum worden gerealiseerd. De voorbereidende maatregelen
hiervoor zijn reeds genomen door de Nederlandse Gentraio voor do Huis
vesting voor Bejaarden te Amsterdam.
Vermeld kan worden, dat door middel van de aanleg van een tweetal spoor
wegovergangen voor fietsers en voetgangers verbindingen zullen worden ge
oreerd tussen deze nieuwe wijk en die ten oosten van de Duterpostraat
waardoor een goede, interwijk-relatie mogelijk wordt genaakt.
Het vlekkenplan moet volgens bij het plan gegeven regelen worden
uitgewerkt door ons college.
Het ontwerp-plan heeft met ingang van 6 maart. j.l. gedurende een
maand ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage gelegen.
Gedurende deze termijn zijn twee bezwaarschriften ingediend» namelijk
door
I. de N.V. Nederlandse Gasunie, district Noord-Oost, te Deventer;
II. de Hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat, directie Friesland
to Leeuwarden.
De N.V. Nederlandse Gasunie maakt bezwaar tegen het ontwerp-plan
omdat het door het plangebied lopende tracé van een gastransportleiding
niet op de plankaart is aangegeven. Zij is namelijk van mening, dat slechts
een uitdrukkelijke vermelding van dit tracé een veilige ligging van de
transportleiding kan waarborgen.
Tegen het op de plankaart aangeven van dit tracé, gelegen in het dijk-
lichaam van de spoorbaan Leeuwarden-Stiensbehoeft naar onze mening geen
bezwaar te bestaan, aangezien hieraan geen consequenties zijn verbondon
voor de realisering van het plan.