wmIPfèJKwK vmSmM Nr. 7397. 9. het beding 8 alsmede dit beding moeten bij elke vervreemding in eigendom of in zakelijk genotsrecht van het geheel of con gedeelt van het gekochte aan de nieuwe verkrijger(s) in eigendom of in zakelijk genotsrecht worden opgelegd, ten behoeve van de Staat worden bedongen en aangen men en in elke verdere akte van ver vreemding woordelijk worden opgenomen, zulks op verbeurte voor de koopster of iedere opvolgende zakelijk gerechtigde, die ver zuimt op te leggen, te bedingen, aan te nemen of te doen opnemen, DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 juni 1972 (bijlage nr. 182); BESLUIT 5 I. aan te kopen van de Staat der Nederlanden (Dienst der Domeinen) de boerderij met ondergrond en erf» plaatselijk bekend Alddiel 12 te Tietjerk» kadastraal bekend gemeente Hardegarijp, sectie G, nummer 1519» groot 0.31.60 ha, welk perceel op de bij dit besluit behoren de tekening roodomlijnd is aangegeven, voor een prijs van 40.000,- en voorts onder de volgende bedingen; 1. het gekochte gaat aan de koopster over in de staat, waarin het zich ten tijde van het passeren van de akte van eigendomsover dracht bevindt, met alle daaraan verbonden lusten en lasten, heersende en lijdende erfdienstbaarheden, doch vrij van hypotheek pacht en huur; 2. de Staat is tot generlei vrijwaring gehouden, behoudens dat hij instaat voor de eigendom; 3. verschil tussen de werkelijke en de vorengenoemde grootte geeft geen grond tot het vorderen van vermeerdering of vermindering van de overeengekomen koopsom, noch tot ontbinding van de over eenkomst 4. de koopster kan het gekochte in eigen bezit en genot aanvaarden op de dag van het verlijden van de overdrachtsakte, zulks onver minderd het bepaalde in beding 5; 5. de baten, voortvloeiende uit het eventueel nog bewoond zijn van de van het gekochte object deel uitmakende woning, komen ten voor dele van de koopster met ingang van de na de datum van het pas seren van de overdrachtsakte eerstvolgende twaalfde dag van eer- kal endermaand 6. de grond- en andere zakelijke belastingen en lasten, welke van het gekochte geheven worden, zijn van één januari 1973 af voor rekening van de koopster, ongeacht aan wie de aanslag wordt op gelegd; 7. partijen doen afstand van de bevoegdheid om eventueel op grond van het bepaalde in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek ontbinding van de koopovereenkomst te vorderen; 8. het gekochte mag direct noch indirect dienstbaar worden gemaakt aan enige agrarische bestemming, zoals bedoeld in artikel 1 van de Beschikking Landbouwtelling mei 1964? nummer J 715 van 1 anri'l 1964;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 47