No. 7439a. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 juni 1972 (bijlage no. 187); gelet op de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, de gemeentewet en de Wet op de Motorrijtuigenbelasting 1966; BESLUIT A. in te trekken de Parkeermeterverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 augustus 1968, no. 15245a> B. vast te stellen de volgende verordening: Verordening, regelende het parkeren tegen betaling. HooPdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder motorvoertuig een motor voertuig, als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, op meer dan twee wielen. Hoofstuk II. Voorschriften betreffende het parkeren van motorvoertuigen bij parkeermeters Artikel 2. 1. Burgemeester en wethouders wijzen de weggedeeltengelegen binnen de bebouwde kom, alsmede de dagen en uren aan, waarop en gedurende welke parkeren slechts is toegestaan voor een door hen bepaalde, door een parkeermeter aangegeven tijdsduur. 2. Zij dragen er zorg voor, dat elke parkeermeter is voorzien van genoeg zame aanwijzingen omtrent het gebruik van de meter. Artikel 5- Het is verboden in enig ingevolge artikel 2 aangewezen tijdvak een motorvoertuig op een weggedeeltewaarbij een parkeermeter is geplaatst, te parkeren dan wel geparkeerd te houden; a. indien de parkeermeter niet in werking is of niet onmiddellijk na de feitelijke aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld; b. indien de parkeermeter aangeeft, dat de parkeerduur is verstreken; c. indien op het weggedeelte bij de parkeermeter reeds een motorvoertuig staat geparkeerd. Artikel Het is verboden enig muntstuk in een parkeermeter te werpen of te doen werpen op een tijdstip, dat niet samenvalt met of onmiddellijk volgt op de feitelijke aanvang van het parkeren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 58