- 2 -
Hoofdstuk III.
Voorschriften betreffende het parkeren van motorvoertuigen op ter
reinen, ingericht voor parkeren tegen betaling door middel van parkeer
automaten.
Artikel 3.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder parkeerplaats;
het Oldehoofsterkerkhof en het l/ilhelminaplein, voor zover deze terreinen
zijn ingericht voor parkeren tegen betaling door middel van een parkeer
automaat
Artikel 6.
Voor de parkeerplaatsen geldt de volgende parkeerduur:
a. voor het Oldehoofsterkerkhof maximaal 2 uren of 4 uren, al naar gelang
van het in de parkeerautomaat gedeponeerde bedrag;
b. voor het t/ilhelminaplein maximaal 2 uren.
Artikel 7-
1 Het is verboden een motorvoertuig op een parkeerplaats te parkeren of
geparkeerd te houden zonder dat achter de voorruit van het motorvoer
tuig een uit een parkeerautomaat verkregen kaart is aangebracht of
neergelegd, waarvan de dag en het tijdstip, afgedrukt op deze kaart,
nog niet zijn verstreken en duidelijk leesba,ar zijn vanaf de buitenzijde
van het motorvoertuig.
2. Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet op zondagen, en op
maandag tot en met zaterdag van 0.00 tot 8.00 uur en van 18.00 tot
24 uur
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat elke parkeerautomaat
is voorzien van duidelijke aanwijzingen omtrent het gebruik van de
automaat
Artikel 8.
Het is verboden enig muntstuk in een automaat te werpen of te doen
werpen op een tijdstip dat samenvalt met of onmiddellijk volgt op het
feitelijk einde van de maximum parkeerduur.
Hoofdstuk IY.
Overige voorschriften in verband met parlceermeters en parkeerauto
maten.
Artikel 9-
Het is verboden een parkeermeter of een parkeerautomaat in werking- te
stellen of handelingen te verrichten met de bedoeling een parkeermeter of
parkeerautomaat in werking te stellen;
a. op andere wijze, met andere middelen of met andere munten dan op de
meter of automaat aangegeven;
b. in strijd met enige op de parkeermeter of de parkeerautomaat gegeven
aanwijzing omtrent het gebruik van de meter of de automaat.
Artikel 10.
Het is verboden in enig ingevolge artikel 2 aangewezen tijdvak, dan
wel gedurende de tijd dat het in artikel 7 omschreven verbod geldt enig
voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan
op een weggedeelte, waarbij een parkeermeter is geplaatst, dan wel op een
parkeerplaats als bedoeld in artikel 5.
Artikel 11
Het is verboden enig voorwerp tegen, over of bij een parkeermeter of
een parkeerautomaat te plaatsen of een handeling te verrichten zodanig
dat het gebruik van de meter of automaat daardoor kan worden belemmerd
of verhinderd.
Artikel 12.
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen van de
verbodsbepalingen, vermeld in de artikelen 3 en 7( ontheffing te
verlenen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen in zeer bijzondere gevallen van de
verbodsbepalingen, vermeld in de artikelen 10 en 11, ontheffing
verlenen.
Artikel 13
Voor zover op overtreding van enige bepaling van deze verordening niet
reeds straf is gesteld in artikel 139 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens, wordt overtreding daarvan gestraft met hechtenis van ten
hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.
Artikel 14-
Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het t/etboek van Straf
vordering zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening
belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen parkeer
wachters
Artikel 13»
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van
haar afkondiging en kan worden aangehaald als Verordening betaald parkeren
1972.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter,
Secretaris.