g -"O*
ass
Adres aan de Raad van de "bewoners van de Yaleriusstraat e.o. en nota inzake
de huurharmonisatie.
Bijlage nr. 188. Leeuwarden, 15 juni 1972.
Aan de Gemeenteraad.
Dd. 27 maart 1972 is bij Uw Raad binnengekomen een adres van de bewoners
van de Valeriusstraat e.o., waarin geprotesteerd wordt tegen de huurverhoging
per 1 april 1972. Dit adres ligt voor U bij de stukken ter inzage. Naar aan
leiding hiervan en mede naar aanleiding van tijdens de begrotingsvergadering en
later door het lid van de Raad, de heer J. Knol, schriftelijk tot ons college
gerichte vragen over de huurharmonisatie, komt het ons wenselijk voor, zoals
wij overigens in antwoord op de vragen van de heer J. Knol hebben toegezegd,
U over de algemene aspecten van de huurharmonisatie, over de voor de gemeente
Leeuwarden gevolgde werkwijze en het effect daarvan, nader te informeren.
In 1971 zijn enkele wijzigingen van de Huurwet, de Wet Jaarlijkse Huur
verhogingen en de Woningwet van kracht geworden, welke de Minister van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening de bevoegdheid geven woningexploitanten,
i.e. de woningcorporaties en de gemeenten op te dragen mee te werken aan de
aanpassing van huurprijzen in een onderling juiste verhouding.
De achtergrond hiervan was vooral de gedachte, dat er in veel gevallen
grote huurverschilien zijn tussen gelijksoortige en gelijkwaardige woningen en
dat het logisch en rechtvaardig is dat er een bepaalde relatie tussen de huur
prijs en de kwaliteit van een woning wordt gebracht.
In zijn circulaire van 30 juni 1971 heeft de Minister voornoemd richtlij
nen aan de gemeenten en de woningcorporaties verstrekt over de voorwaarden
waaronder en de manier waarop aangepast (geharmoniseerd) moat worden. Daarbij
is onderscheid gemaakt naar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van
de Minister, de gemeente, woningcorporaties en huuradviescommissie.
Waaraan de Minister zijn bevoegdheden ontleent, is in het vorenstaande
reeds weergegeven. Gewezen kan nog worden op het feit, dat de Minister - welis
waar met toepassing van verschillende procedures - de bevoegdheid heeft de
huurprijzen van vrijwel alle woningen in beheer bij de woningcorporaties en
een gemeentelijk woningbedrijf nader vast te stellen, zelfs als van de zijde
van de hiergenoemde eigenaren daartoe geen voorstellen worden ingediend.
De gemeentebesturen hebben krachtens de Woningwet het toezicht op de Wo
ningcorporaties. Bij de huurharmonisatie komt dit tot uitdrukking in de onder
tekening door burgemeester en wethouders van formulieren en in de verzoek
schriften van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van de huurprij
zen van woningen. Burgemeester en wethouders kunnen deze formulieren eventueel
van kanttekeningen voorzien. Deze toezichthoudende taak betekent echter niet
dat de gemeenten verantwoordelijkheden of taken van de corporaties mogen over
nemen.
In het overleg tussen corporaties en gemeente kan de gemeente, naast haar
participatie op grond van deze toezichthoudende taak, ook participeren op basis
van haar verantwoordelijkheid voor het beheer van een eventueel gemeentelijk
woningbezit. Ten aanzien van de situatie in de gemeente Leeuwax^den kan. daaraan
nog worden toegevoegd dat Uw Raad bij besluit van 22 juni 1970 een verordening
heeft vastgesteld, regelende de samenstelling, de taak en de werkwijze van de
commissie voor het woningbedrijf, voorzover betreft de uitoefening van beheers
bevoegdheden. Krachtens artikel 3? sub b, van voormelde verordening geschiedt
de huurvaststelling van een perceel bij de aanvang van de exploitatie door de
gemeente en de herziening van het bedrag van de huur, op voorstel van de com
missie, door burgemeester en wethouders.
De Minister draagt, op basis van de eerder genoemde wetten, de woningcor
poraties op om aan de hand van een aantal voorgeschreven procedures en binnen